4.0 Temperatuur instellen
De comfort- en verlaagde temperatuur kan continu worden ingesteld
met een bijbehorende regelaar. Bij de instelling moet erop worden
gelet dat de comforttemperatuur altijd groter is dan de verlaagde
temperatuur.
14)
–
Stel de comforttemperatuur in met de regelaar (14).
Het instelbereik bedraagt 6 °C tot 30 °C.
–
Stel de verlaagde temperatuur in met de regelaar (17).
Het instelbereik bedraagt 6 °C tot 26 °C.
Gebruik een geschikte regelaar om de regelaar te verstellen.
De punt van de pijl moet naar de gewenste
temperatuurwaarde wijzen;
(schaalverdeling in afstanden van ca. 2 graden).
5.0 Schakelklok instellen
5.1 Aanwijzingen voor de bediening
Programmasoort selecteren:
druk op de toets MENU
bijv.:
Auto
17)
Prog
Man
Ingestelde waarden veranderen of instellen:
Druk op de toetsen + of -.
Beslissing Nee, verder:
Druk op de toets -.
Bevestig de programmering:
Druk op de toets OK.
97
(automatische bediening, het opgeslagen pro
gramma bepaalt het tijdstip van de verwar-
mingsen verlagingsfase van de verwarmingszone)
(programmeren)
(tijd instellen of veranderen)
(manuele bediening of vakantieprogramma)