1.3 Stroomvoorziening
Wisselstroom naar de controle unit met
16VAC, met gebruik van een 37-40 VA
transformator.
Uitzondering:
kunnen een ringvormige transformator van 230V tot 16V
bevatten.
Ieder hoofdpaneel kan tot 750 mA voorzien
voor alle belastingen (Module bus, plus
extra energieverbindingen).
Expansiemodules gebruiken gewoonlijk 150
mA
(behalve de deur- en controlemechanismen
van liften—die normaal gesproken een specifieke
. De host IP interface kaart
voeding hebben)
trekt 60 mA. Het kan nodig zijn om een
stroomvoorziening toe te voegen voor de
IP-kaart.
Apparaten moeten gegroepeerd en dichtbij de
voedingsbron gelokaliseerd.
bijkomende
voedingsbronnen
toegevoegd.
(Gebruik een multimeter om de
gepaste voltage te verzekeren voor ieder
apparaat (minstens 12.5 volts om te functioneren
met een redelijke batterijreserve gedurende een
stroomonderbreking).
kabellengte/-overlast
veroorzaken.
Uitzondering:
controlemechanisme van lift en het toetsenbord
van Veiligheidssysteem van appartement met
meerdere huurders bevatten unieke stroom- en
kabelaspecten.
Zie
installatieinstructies
apparaat.
Opmerking:
Controlekasten voor meerdere
deuren en andere kasten voor zware ladingen
die hun eigen voedingsbron bevatten, mag de
Modulebus (+12) lijn alleen gebruikt als een type
'doorverbinding', waarbij alleen de Modulebus A,
B, en ( − ) lijnen naar de apparaten verbinden in
de kast.
Randapparatuur die stroom gebruikt, zoals rook-
en bewegingsdetectors moeten energie krijgen
vanuit de module waar ze mee verbonden zijn –
eerder dan van de noodstroomterminals van het
controlepaneel.
4
MONITOR ISM™/AFx™ IP-connectiviteit Handleiding
Europese kasten
Anders moeten
worden
Stroomverlies
door
kan
ook
defecten
Installaties
van
steeds
in
de
geleverd
bij
ieder
1.4 Aarding
Iedere systeemkast moeten verbonden met
een lokaal goedgekeurde aarding met een
geslagen draad van 18 AWG (of zwaarder).
De kabelbescherming moet voor alle RS-
485 links geaard zijn aan het hoofdpaneel
en aaneengevlochten bij alle
verbindingspunten (om de
beveiligingsaarding over alle secties van de
kabel te verdelen). De aarding mag nergens
anders beëindigen.
22-9059D v3.1