Het zuurstofgehalte wordt uitgedrukt als zuurstofpercentage dat beschikbaar is in het bloed van de baby. Zuurstofgehaltes worden in
de Owlet Dream-app weergegeven als %SpO2 (functionele zuurstofverzadiging). De Dream Sock is gekalibreerd om de functionele
zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO2) weer te geven.
Het zuurstofniveau bij gezonde zuigelingen is vergelijkbaar met dat van volwassenen. Meestal ziet u een zuurstofniveau van meer
dan 90%, wat de baby ook doet. Het zuurstofniveau kan enigszins variëren (binnen 5%) ten opzichte van de basiswaarde van het
kind. Baby's kunnen op grote hoogte een iets lager zuurstofniveau hebben dan op zeeniveau, maar dit moet toch nog steeds hoger
zijn dan 90%.
Nadat u het apparaat hebt ingesteld en met de app hebt verbonden, is het een goed idee de typische zuurstofgehaltes van uw baby
te leren kennen. Het Owlet-apparaat verzendt een gezondheidsmelding als het zuurstofgehalte daalt tot 80% of lager.
Het kan echter voorkomen dat een baby een zuurstofgehalte van minder dan 90% heeft, maar de meldingslimiet van 80% nog niet
bereikt.
De meest voorkomende reden hiervoor is dat een baby ziek wordt door een virus dat de ademhaling beïnvloedt. Als u een
zuurstofgehalte tussen 80 en 90% waarneemt, dat langer dan een paar seconden aanhoudt, moet u de baby controleren op tekenen
van ademhalingsmoeilijkheden, waaronder verstopte neus, snelle of moeizame ademhaling en piepende ademhaling.
U kunt bijvoorbeeld de volgende dingen controleren:
-
de kleur van de lippen van de baby (zijn ze normaal roze of blauw?)
-
de ademhaling (snel of moeizaam?)
-
het alertheidsniveau (reageert uw baby op uw stem of aanraking?)
-
de temperatuur (voelt uw baby warm of koel aan?)
U moet ook de slaaphouding en omgeving van uw baby controleren om er zeker van te zijn dat er geen voorwerpen zijn die de
ademhaling van uw baby kunnen belemmeren.
Ook als u geen melding hebt ontvangen, is het raadzaam contact op te nemen met de zorgverlener van uw kind als u zich zorgen
maakt over zijn of haar gezondheid. Als u zich zorgen maakt over trends van lage of ultralage zuurstofverzadiging, neemt u contact
op met uw zorgverlener.
52