Installatie en Onderhoud
5. Elektrische installatie
Nota : lees eerst de veiligheidsinformatie aan het begin van deze
handleiding.
Waarschuwing : Isoleer het toestel van de voeding-
spanning alvorens de bedrading of klemmen aan te
raken daar deze onder spanning kunnen staan.
Gebruik enkel de klemmen die door SxS meegeleverd
werden, of vervangstukken die u via SxS bekomen
heeft. Het gebruik van andere klemmen kan de vei-
ligheid en werking van het product in gevaar brengen.
Zorg er ook voor dat er géén condensatie in de rege-
laar aanwezig is, alvorens deze te installeren en de
stroom aan te sluiten.
5.1. Nota's mbt algemene bedrading
SxS heeft er bij het ontwerp van dit product alles aan gedaan om
de veiligheid van de gebruiker te garanderen, maar de volgende
voorzorgsmaatregelen dienen in acht genomen te worden :
1.
Enkel gekwalificeerd onderhoudspersoneel mag aan pro-
ducten werken die onder gevaarlijke spanning kunnen staan.
2.
Verifieer dat de installatie correct is gebeurd. De veiligheid
kan niet gegarandeerd worden indien de installatie van dit
product niet gebeurd is zoals beschreven in deze handleiding.
3.
Het ontwerp van dit product is gebaseerd op een overspan-
ningsbescherming en primaire isolatie bij installatie.
4.
Een zekering van 3 amps is op alle fasen vereist ter be-
scherming tegen hoge stroomstoten. Indien een zekering op
beide fasen is geïnstalleerd, dient dit zo uitgevoerd te worden
dat indien één zekering reageert, de andere zekering ook
dient te reageren, zie hiervoor IEC60364 (Electrische installa-
ties in gebouwen) of nationale standaarden hieromtrent.
5.
Een smeltzekering van 1A tegen stroomstoten dient voorzien
te worden, als er gebruikt gemaakt wordt van de branderin-
gang.
6.
Een snelzekering van 3A tegen stroomstoten dient op elke
relais circuit geïnstalleerd te worden.
7.
Relais contacten dienen op dezelfde fase te staan als de
hoofdvoeding.
8.
De BC3150 is een categorie III product mbt installatie.
9.
Bedrading van de BC3150 dient te gebeuren conform :
IEC 60364 – Electrische installaties onder lage spanning
(Low-voltage electrical installations).
EN 50156 Electrische toestellen voor ovens en toebehoren
(Electrical Equipment for furnaces and ancillary equipment).
BS 6739 – Procesinstrumentatie – Ontwerp installatie & prak-
tijk, (Instrumentation in Process Control Systems: Installation
design and practice) of een lokaal equivalent.
Van toepassing zijnde reglementering mbt electriciteit.
10. Kabelafscherming dient aangebracht worden zoals aangege-
ven in deze handleiding, zodat deze voldoet aan de vereisten
van electromagnetische compatibiliteit.
11. Alle externe circuits dienen dubbel/versterkt geïnstalleerd te
zijn, conform IEC60364 of een equivalent.
12. Er dient een bijkomende bescherming voorzien te worden om
te voorkomen dat toegankelijke delen (zoals signaalcircuits)
onder gevaarlijke spanning kunnen komen te staan als een
draad of schroef toevallig loskomt. Zorg ervoor dat alle dra-
den aan minstes één andere draad van hetzelfde circuit be-
vestigd zijn, en dit zo dicht mogelijk bij het klemmenblok zon-
der dat de aansluiting onder spanning komt te staan. Bijvoor-
beeld : bevestig de spanningsdraad (live) en de aarding via
een kabelbandje zodanig aan elkaar zodat als één draad los-
komt, de andere draad verhindert dat de losgekomen draad
andere onderdelen van het toestel raakt.
IM-P403-88 / AB-BEn-05
13. De installatie dient voorzien te worden van een stroomonder-
breker (schakelaar of onderbreker).
* De stroomonderbreker dient voldoende kracht te hebben bij
het openen.
* De stroomonderbreker dient zich nabij het toestel te bevinden,
gemakkelijk bereikbaar door de operator, zonder de normale
werking te hinderen.
* De stroomonderbreker dient alle conductor fasen te onderbre-
ken.
* De stroomonderbreker dient een label te dragen dat verwijst
naar het apparaat dat hij bedient.
* De stroomonderbreker mag de beschermende aardgeleider
niet onderbreken.
* De stroomonderbreker mag geen deel uitmaken van een soe-
pel verbindingssnoer.
* De vereisten voor de stroomonderbreker worden beschreven
in IEC 60947-1 en IEC 60947-3.
Zie ook hoofdstuk 10, technische informatie.
5.2. Nota's mbt voedingspanning
Lees eerst de nota's mbt de algemene bedrading.
1.
2.
De aansluiting van de bedrading vindt u op de klemmen.
3.
Alle geleiders waar spanning op zit, dienen voorzien te zijn
van een zekering.
Onderbreker conform IEC 60947-1 & IEC 60947-3
Onderbreker conform IEC 60947-1 & IEC 60947-3
4.
Er dient steeds een dubbele of versterkte isolatie te zijn tus-
sen :
* Geleiders onder gevaarlijke spanning, vb hoofdvoeding en
relaiscircuits &
* Extra lage veiligheidspanningen (zijnde alle andere compo-
nenten, connectoren & geleiders)
5.
Het bedradingschema toont de relais en schakelaars onbe
krachtigd :
6.
Indien de sonde in by-pass over de spuileiding geïnstalleerd
is en er iedere 30 minuten een initiële purge dient te gebeu-
ren kan dit gebeuren iedere 30 minuten reële tijd of brander-
tijd.
Indien u opteert voor een purge iedere 30 minuten brandertijd,
dient de voedingspanning van de brander aangesloten te
worden op klem 5.
BC3150
- 9 / 20 -