1) De behuizing moet met bouten (M10) aan de betonnen fundering of beugels worden bevestigd. De
betonnen fundering moet stevig zijn; de beugel moet sterk genoeg zijn en met antiroest behandeld;
2) Zet geen producten in de buurt van het inlaat- of uitlaatgebied, die de luchtstroom kunnen blokkeren.
Zorg ervoor dat er geen barrière is binnen 50 cm achter de warmtepomp. Anders zal de efficiëntie
van de warmtepomp worden verminderd of zelfs stoppen;
3) De machine heeft een bijgevoegde pomp nodig (geleverd door de gebruiker). De aanbevolen
pompspecificatie flow: raadpleeg technische parameters, Max. opvoerhoogte 10m;
4) Wanneer de warmtepomp draait, komt er condenswater uit de bodem. Let hier op. Houd de afvoer
(accessoire) in het gat en klem deze goed vast. Sluit vervolgens een leiding aan om het
condenswater eruit te laten lopen.
b . De inlaat- en uitlaatkoppelingen kunnen het gewicht van flexibele zwembadslang niet dragen. De
warmtepomp moet daarom worden aangesloten met rechte leidingen!
2. Bedrading
a. Sluit de warmtepomp aan op de juiste voeding, de spanning moet overeenkomen met de nominale
spanning van de producten.
b. Aard de machine op de juiste manier.
c. De bedrading moet worden uitgevoerd door een professionele technicus, volgens het schakelschema.
d. Stel de lekbescherming in volgens de lokale code voor bedrading (lekstroom ≤ 30 mA).
e. De stroomkabel en de signaalkabel moeten ordelijk worden geïnstalleerd en elkaar niet beïnvloeden.
Kraan waterafvoer
By-pass
kraan
Kraan watertoevoer
9
Elektrolyse cel
Zwembadpomp
Water
retour
Zwembad