• Maak de aansluiting van
het apparaat van tijd tot tijd
schoon om te zorgen voor goe-
de afdichting van de slangaan-
sluiting.
Montage
Controleer vooraf of de
wand voldoende stabiel
resp. stevig is om letselge-
vaar uit te sluiten.
Opmerking: Controleer voor
het bevestigen van het artikel of
het meegeleverde bevestigingsma-
teriaal geschikt is voor uw wand.
Gebruik alleen bevestigingsmateri-
aal dat geschikt is voor wandmon-
tage. Raadpleeg eventueel uw
vakhandel.
WAARSCHUWING! Let er
bij het boren van gaten goed
op dat u op een plaats boort
waar zich geen gas-, water- of
stroomleidingen in de wand
bevinden.
Voor de montage van het artikel
hebt u het volgende gereedschap
nodig, dat niet bij de levering is
inbegrepen: een potlood, een
waterpas, een geschikte schroe-
vendraaier en een boormachine.
Monteer het artikel met twee
personen aan de wand.
14
NL
1. Trek de slang er helemaal af.
2. Snijd een gewenste lengte van
de aansluitslang (1a) (afb.
B), die gebruikt wordt voor
de aansluiting van de buiten-
kraan op de wandslanghou-
der, af en sluit het ene uiteinde
aan op een slangaansluiting
(3) (zwart, zonder waterstop).
Draai de mof (3a) tot de aan-
slag vast (afb. C).
3. Sluit dit uiteinde aan op de
buitenste koppeling (1b) van
de wandslanghouder (afb. D).
4. Sluit het andere uiteinde aan
op de slangaansluiting (4)
(afb. E).
Opmerking: Let op de
inch-schroefdraad van uw buiten-
kraan en gebruik zo nodig het
verloopstuk (4b).
5. Sluit dit uiteinde aan op de
buitenkraan (afb. F).
6. Schuif een slangaansluiting
(3) (zwart, zonder waterstop)
over een uiteinde van de los-
getrokken slang (afb. G).
7. Sluit het andere uiteinde van
de slang aan op de slangaan-
sluiting (2) (rood, met water-
stop) (afb. H).
8. Plaats de sproeier (5) op de
slangaansluiting (2) (afb. I).