Configuratie - vervolg
Di erence pressostat
1. Ga naar het configuratiemenu
2. Selecteer Difference pressostat
3. Difference pressostat
60
In ons voorbeeld selecteren we de getoonde
instellingen.
Bewakings- en registratie-unit
3 - Difference pressostat
De algemene verschilpressostaten kunnen worden
gebruikt voor functies met relaisuitgangen.
De functie kan worden gekoppeld aan
alarmlimieten en alarmteksten.
Het volgende moet voor elke differentiaal-
pressostaat worden ingesteld/uitgelezen:
• Naam
• Welke sensor wordt aangesloten als druk 1
• Welke sensor wordt aangesloten als druk 2
(het verschil wordt berekend als druk 1
min druk 2)
• Ext. Stop input select
Wanneer een signaal wordt ontvangen, wordt
de regeling gestopt en blijven alle aan de functie
verbonden alarmen achterwege.
• Inschakeldruk
Bij een te laag drukverschil schakelt het relais in,
maar alleen als de meetwaarde gedurende de
gehele vertragingsperiode laag is.
• Uitschakeldruk.
Bij een te hoog drukverschil schakelt het relais weer
uit, maar alleen als de meetwaarde gedurende de
gehele vertragingsperiode hoog is.
• Uitschakelvertr.
• Inschakelvertr.
Hoog alarm limiet
•
Hoog alarm limiet
•
Hoog alarm vertr.
Tijdvertraging voor hoog alarm
•
Hoog alarmtekst
Alarmtekst voor hoog alarm
Laag alarm limiet
•
Laag alarm limiet
•
Laag alarm vertr.
Tijdvertraging voor laag alarm
Laag alarm tekst
•
Alarmtekst voor laag alarm
RS8GV210 © Danfoss 2016-06
AK-LM 340