12
Voedingsspanning
De voeding wordt alleen aangesloten op de regelaar (module 1).
De voeding naar de volgende modules wordt doorgegeven via de
schuifverbinding tussen de modules. De voeding moet 24 V +/- 20
% zijn.
Er moet een transformator gebruikt worden voor iedere regelaar.
De 24 V kan dus niet doorgelust worden naar andere regelaars.
De voeding moet klasse II zijn.
De analoge in- en uitgangen zijn niet galvanisch gescheiden van
de voeding.
De + en - van de 24V ingang mogen niet geaard worden.
Vervolg voorbeeld:
Regelaar
Formaat Voeding (min.)
AK-LM 340
8 VA
------
8 VA
Bewakings- en registratie-unit
Voeding grootte
De energieopname groeit met het aantal aangesloten modules:
Module
Type
Regelaar
Uitbr. module
serie 200
Uitbr. module
serie 100
Totaal
Algemene druktransmitter
Wanneer verschillende regelaars een signaal ontvangen van
dezelfde druktransmitter, dan moet de voeding naar de betref-
fende regelaars zo zijn bedraad dat het niet mogelijk is één van de
regelaars uit te schakelen, zonder ook de andere uit te schakelen.
(Wanneer één regelaar wordt uitgeschakeld, dan wordt het
signaal neergehaald en zullen alle andere regelaars een signaal
ontvangen dat te laag is)
RS8GV210 © Danfoss 2016-06
Aantal à
Effect
1
x
8 =
8 VA
_
x
5 =
__ VA
_
x
2 =
__ VA
___ VA
41