Hoofdstuk 7
1 Pictogram in de taakbalk
Het dialoogvenster Eigenschappen van de printer verschijnt.
2
Selecteer de opties die u als standaardinstellingen wilt gebruiken.
3
Klik op OK.
Er verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat de nieuwe instellingen zullen
worden gebruikt, telkens wanneer u afdrukt. Als u dit dialoogvenster niet meer
wilt zien, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven.
4
Klik op OK om de nieuwe afdrukinstellingen op te slaan.
Een afdrukkwaliteit selecteren
Voer de volgende stappen uit om de afdrukkwaliteit te selecteren:
1
Open het dialoogvenster
2
Klik op het tabblad Snel afdrukken of op het tabblad Papier/Kwaliteit.
3
Selecteer een van de volgende opties uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
–
Snel concept: drukt af met de hoogste afdruksnelheid en de minste
hoeveelheid inkt.
–
Snel normaal: drukt sneller af dan de modus Normaal en heeft een hogere
afdrukkwaliteit dan Snel concept.
–
Normaal: biedt de beste verhouding tussen afdrukkwaliteit en snelheid. Dit is
de meest geschikte instelling voor documenten.
–
Best: biedt afdrukken van de hoogste kwaliteit.
–
Maximum dpi: biedt de hoogste afdrukkwaliteit maar een langzamere
afdruksnelheid dan de modus Best en vereist veel schijfruimte.
Opmerking
beschikbaar zijn, zijn afhankelijk van de soort documenten die u wilt afdrukken.
De paginavolgorde instellen
De paginavolgorde bepaalt de volgorde waarin uw documenten met meerdere
pagina's worden afgedrukt. Meestal is het eenvoudigst om de eerste pagina van een
44
Eigenschappen
De opties van de afdrukkwaliteit die op het tabblad Snel afdrukken
van de printer.
HP Deskjet 5700 serie