Afbeelding 3. Onderaanzicht
1. Servicetaglabel
2. Regulatory Label
Sneltoetscombinaties
Sneltoetsen voor het toetsenbord
Op sommige toetsen op het toetsenbord staan twee symbolen. Deze toetsen kunnen worden gebruikt om andere tekens te typen of om
secundaire functies uit te voeren. Het symbool dat wordt weergegeven op het onderste deel van de toets verwijst naar het teken dat
wordt getypt wanneer de toets wordt ingedrukt. Als u
de toets samen met Shift indrukt, typt u het symbool dat in het bovenste deel van de toets is weergegeven. Als u bijvoorbeeld 2 indrukt,
wordt 2 getypt. Als u op Shift + 2 drukt, wordt @ getypt.
De toetsen F1-F12 op de bovenste rij van het toetsenbord zijn functietoetsen voor multimediabeheer, zoals wordt aangegeven door
het pictogram op het onderste deel van de toets. Druk op de functietoets om de taak uit te voeren die wordt weergegeven door het
pictogram. De toets F1 dempt bijvoorbeeld de audio (zie de tabel hieronder).
Echter, als de functietoetsen F1-F12 nodig zijn voor bepaalde softwaretoepassingen, kan multimediafunctionaliteit worden uitgeschakeld
door te drukken op Fn + Esc. Daarna kunt u multimediabeheer aanroepen door te drukken op Fn en de desbetreffende functietoets. U
kunt bijvoorbeeld audio door te drukken op Fn + F1.
OPMERKING:
De tekens op het toetsenbord kunnen verschillen, afhankelijk van de taalconfiguratie van het toetsenbord. De toetsen
die worden gebruikt voor snelkoppelingen blijven in alle taalconfiguraties gelijk.
Tabel 2. Sneltoetscombinaties
Fn-toetscombinatie
Fn + F1
Fn + F2
Fn + F3
Fn + F4
Fn + F5
Fn + F6
Fn + F7
Fn + F8
Fn + F9
Fn + F10
Fn + F11
8
Chassis
Beschrijving
Luidspreker dempen
Volume omlaag
Volume omhoog
Vorige nummer/hoofdstuk afspelen
Afspelen/Pauzeren
Volgende nummer/hoofdstuk afspelen
Taakweergave
Weergave wisselen (Win + P)
Zoeken
Helderheid achtergrondverlichting toetsenbord verhogen
(optioneel)
Helderheid deelvenster omlaag