b. onderplaat
4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De geheugenmodule(s) verwijderen
1. Volg de procedures in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de volgende onderdelen:
a.
onderplaat
b.
batterij
3. Peuter de borgklemmen weg van de geheugenmodule tot deze omhoog komen. Verwijder de geheugenmodule van zijn connector op
het moederbord.
De geheugenmodule(s) installeren
1. Plaats de geheugenkaart in de geheugenhouder.
2. Druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt.
OPMERKING:
Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
3. Plaats:
a. batterij
b. onderplaat
4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het moederbord verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de volgende onderdelen:
a.
onderplaat
b.
batterij
c.
ventilatoren
d.
warmteafleider
e.
SSD
f.
geheugenmodules
OPMERKING:
Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich onder de flap van de systeembadge. Na het vervangen van het
moederbord moet u de Service Tag in de BIOS invullen.
OPMERKING:
Voordat u de kabels loskoppelt van het moederbord, noteert u de locatie van de aansluitingen zodat u ze weer
correct kunt aansluiten nadat u het moederbord hebt teruggeplaatst.
18
Demonteren en hermonteren
werken.