c.
WLAN-kaart
d.
LED-kaart
e.
systeemventilator
f.
beeldschermeenheid
g.
montagekader van het beeldscherm
3. Verwijder de camera als volgt:
a. Koppel de kabel van de cameraconnector los [1].
b. Til de camera omhoog en verwijder deze uit de computer [2].
De camera plaatsen
1. Lijn de camera uit met de betreffende sleuf op het beeldschermpaneel.
2. Sluit de camerakabel aan op de connector op het beeldschermpaneel.
3. Plaats:
a.
montagekader van het beeldscherm
b.
beeldschermeenheid
c.
systeemventilator
d.
LED-kaart
e.
WLAN-kaart
f.
batterij
g.
achterplaat
4. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Het beeldscherm verwijderen
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de volgende onderdelen:
a.
achterplaat
gewerkt.
werken.
Demonteren en hermonteren
39