Tabel 30. Opties van System Setup - menu Expert Key Management (Expert versleutelingsbeheer)
Expert Key Management (Expert versleutelingsbeheer)
Enable Custom Mode
Custom Mode Key Management
Tabel 31. Opties van System Setup - menu Performance (Prestaties)
Prestaties
Intel Hyper-Threading Technology
Intel SpeedStep
Intel TurboBoost Technology
Multi-Core Support
C-State Control inschakelen
Tabel 32. Opties van System Setup - menu Power Management (Energiebeheer)
Power Management
Wake on AC (Uit standby door AC)
Auto on Time
Battery Charge Configuration
Enable Advanced Battery Charge
Configuration (Geavanceerde configuratie
voor het laden van de batterij inschakelen)
Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de beveiligingssleuteldatabases PK, KEK, db en
dbx kunnen worden aangepast.
Standaard: UIT.
Selecteert de aangepaste waarden voor Expert key Management.
Standaard: PK.
Met deze optie wordt de Intel Hyper-Threading Technology in- of uitgeschakeld
zodat processorbronnen efficiënter worden gebruikt.
Standaard: AAN.
Hiermee schakelt u de Intel SpeedStep-technologie in of uit om het processorvoltage
en de core-frequentie dynamisch aan te passen en zo het gemiddelde energieverbruik
en de warmte te verlagen.
Standaard: AAN.
Met deze optie wordt de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of
uitgeschakeld. Als deze optie is ingeschakeld kan het Intel TurboBoost-
stuurprogramma de prestaties van de CPU of grafische processor verhogen.
Standaard: AAN.
Wijzigt het aantal CPU-kernen dat beschikbaar is voor het besturingssysteem. De
standaard waarde is ingesteld op het maximum aantal cores.
Standaardinstelling: alle cores.
Hiermee schakelt u de mogelijkheid van de CPU in of uit om standen met laag
energieverbruik te starten of stoppen.
Standaard: AAN.
Hiermee kan de computer worden ingeschakeld en naar de opstartmodus gaan
wanneer de computer is aangesloten op wisselstroom.
Standaard: UIT.
Hiermee wordt de computer automatisch ingeschakeld op opgegeven dagen en
tijden.
Standaard: Disabled (Uitgeschakeld). De computer zal niet automatisch worden
ingeschakeld.
Hiermee gebruikt de computer de batterij tijdens energieverbruiksuren. Gebruik
onderstaande opties om gebruik van wisselstroom te voorkomen op bepaalde tijden
van elke dag.
Standaard: Aangepast. Batterij-instellingen worden adaptief geoptimaliseerd
gebaseerd op uw typische batterijverbruik.
Hiermee kunt u de functie Advanced Battery Charge Configuration (Configuratie
geavanceerde batterijlading) inschakelen vanaf het begin van de dag tot een
opgegeven werktijd. Advanced Battery Charged maximaliseert de batterijstatus
tijdens intensief gebruik gedurende een werkdag.
Standaard: UIT.
System Setup
25