5
Inbedrijfstelling
Voordat het brandersysteem in bedrijf wordt gesteld, moet u ervoor zorgen dat het voldoet aan de onderstaande eisen.
Het brandersysteem wordt volledig geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies in deze gebruikshandleiding,
inclusief:
Gasleidingen en leidingen aan de voorkant
Afvoerbuizen van de ontluchtingsklep
Regeldrukleidingen
Explosieluik
De elektrische bedrading wordt voltooid in overeenstemming met het meegeleverde elektrische aansluitschema,
foutvrij, zodat het elektrische pre-start-voorwaardecircuit (veiligheidsketen) gesloten is. Voltooiing van de elektrische
veldbedrading naar:
Windkast & verbrandingsinrichting
Verbrandingsluchtventilator
Gasstraat
Er is elektrisch vermogen aanwezig op de ketel, brander, buffer en pompen (indien van toepassing).
De ketel is volledig gemonteerd, gevuld met voldoende verwarmingsmiddel, ontlucht en klaar voor gebruik.
Het watercircuit naar de ketel is getest en goedgekeurd.
De brandstofinlaat en uitlaatkleppen zijn gesloten.
Alle lucht is uit de brandstofleidingen verwijderd.
Er is gas- en/of oliedruk beschikbaar tot de gas-/olieklep A1 van de brander.
De gastoevoerdruk overschrijdt niet de maximale toegestane gasdruk zoals aangegeven op de brandertypeplaat (zie §3.11).
De veiligheidscomponenten werken correct en zijn klaar voor gebruik (zie §2.9).
Door derden geleverde uitrusting die aanwezig is in het elektrische branderpaneel (niet gerelateerd aan de
branderbediening, zoals het drukvat) moet worden ingesteld en geprogrammeerd.
Er is voldoende verse lucht beschikbaar.
De rookgasafvoeren zijn niet geblokkeerd.
Er is een afblaasvoorziening aanwezig en ingesteld op de maximale ketelcapaciteit.
Er is een warmtevraag aanwezig in het systeem.
De mogelijkheid van warmteafgifte is aanwezig en wordt geregeld/bewaakt door de lokale toezichthouder van de
locatie.
De benodigde lokale werkvergunningen zijn beschikbaar.
Er is gekwalificeerd personeel beschikbaar voor instructies, systeemoverdracht en acceptatietest op locatie.
Er is een veilige werkruimte beschikbaar, in overeenstemming met gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en
realistisch gezond verstand.
Automatische ventilatorbrander | Gebruikershandleiding
Alle mechanische schroefverbindingen (bijvoorbeeld gas-/olieleiding, flensverbindingen,
oliekleppen, elektrische aansluitingen) moeten opnieuw worden vastgedraaid voorafgaand aan
de inbedrijfstelling.
Alle componenten moeten worden afgedicht met een geschikt afdichtmiddel voorafgaand aan
de inbedrijfstelling.
De inbedrijfstelling van een Vitotherm installatie mag alleen door gecertificeerd personeel
worden uitgevoerd.
Er wordt een inbedrijfstellingsrapport opgesteld nadat het brandersysteem succesvol in bedrijf
is gesteld. Bewaar dit rapport in de buurt van de brander om het in de toekomst te kunnen
raadplegen.
61
Vuurvaste bemetseling
Aansteekgasleiding
Oliepijpleidingen naar pomp en brander
Bedieningspaneel
Thermostaatset van de ketel
Regel- en veiligheidsuitrusting
rev-06_augustus 2021