3.6.1
Frequentieaandrijving
De ventilatormotor heeft een frequentieaandrijving. Een afzonderlijke frequentieregelaar is naast het bedieningspaneel
gemonteerd.
3.6.2
Servomotoren
De gecombineerde regeling van de gastoevoerklep en de luchtklep door servomotoren regelt de gas- en luchtstroom voor de
brander. De servomotoren hebben eindschakelaars die kunnen worden gebruikt om het aantal slagen in te stellen. Als een
servomotor het nokkeneind bereikt, wordt de servomotor elektronisch uitgeschakeld.
3.7
Thermostaatset van de ketel
De thermostaatset van de ketel bestaat uit drie componenten:
1
De laag-waterpeilsensor is verbonden met een uitschakelrelais in het bedieningspaneel om een uitschakelsysteem voor laag
waterpeil te vormen (zie §2.9).
De thermostaatset van de ketel is bij levering nog niet geïnstalleerd. Zie §4.6 voor installatie-instructies.
Automatische ventilatorbrander | Gebruikershandleiding
Zie de OEM-handleiding of §6.2 van deze gebruikshandleiding voor meer informatie en instructies.
2
3
Zie de OEM-handleidingen (JUMO) voor meer informatie.
1.
Maximumketeltemperatuur-thermostaat
2.
Temperatuursensor (pt100)
3.
Laag-waterpeilsensor
20
rev-06_augustus 2021