Er zijn twee verschillende tpm adapters voor de AREX 40
• Inductieve klem
• Batterij type
Inductieve klem
De inductieve klem kan gebruikt worden op iedere auto die zijn boogiekabels beschikbaar heeft.
1.
Sluit de klem aan op de "Gas Rpm" connector op de achterkant van de AREX 40.
2.
Plaats het op een boogiekabel (pijl naar boogie), de aarde klem wordt aangesloten op geschikte aarde.
3.
Om de tpm te bekijken druk op de functie toets"Rpm/Temp".
4.
Er zijn twee verschillende functies om tussen te schakelen.
Functie 1: TPM - LED is aan.
Functie 2: TPM - LED knippert.
5.
om tussen deze functies te schakelen druk op de functie toets "Rpm/Temp".
6.
Voor metingen op 4-takt motoren met oudere ontstekingssystemen (een vonk iedere seconde motor
omwenteling), gebruik Functie 1.
7
Voor metingen op 2-takt, 4-takt met dubbele ontstekingssystemen of op systemen met een vonk voor iedere
motor omwenteling gebruik Functie 2.
8.
Als de TPM - LED aan is/knippert wordt de tpm waarde getoond.
TPM Batterij
De TPM batterij adapter kan gebruikt worden op ieder voertuig dat een 12V systeem heeft.
Om de tpm van de motor te kunnen meten moet de batterij adapter geinitialiseerd worden. De initialisatie moet
iedere keer dat de tpm gemeten wordt uitgevoerd worden.
Hoe de TPM adapter geinitialiseerd wordt is hieronder beschreven.
1.
Controleer dat de auto naar behoren stationair draait.
2.
Sluit de adapter aan op de "Smoke Rpm" connector op de achterkant van de AREX 40.
3.
Sluit dan de klemmen aan op de accu van de auto, rood aan plus en zwart aan min.
4.
Druk en houd de functie toets "Setup cylinders" vast, na een paar seconden toont het display een getal.
5.
Hou de toets vast. Het getal in het display toont het aantal cilinders. Gebruik de" " of " " toets om het aantal
cilinders voor de huidige auto te selecteren.
6.
Als het correcte aantal cilinders geselecteerd is, laat dan de functie toets "Rpm/Temp" los.
7.
Na een paar seconden wordt de adapter geinitialiseerd en wordt de tpm van de motor getoond.
OPMERKING! De TPM adapter moet aangesloten zijn op de auto die gemeten gaat worden als deze geinitialiseerd
wordt. De motor moet stationair draaien als de initialisatie uitgevoerd wordt. Een initialisatie moet iedere keer als de
tpm van de motor gemeten wordt uitgevoerd worden
Als de RPM - LED aan is wordt de tpm van de motor getoond. Om de olie temperatuur te tonen moet op de functie
toets "Rpm/Temp" gedrukt worden tot de OIL Temp - LED aan is.
11. Aansluiten TPM adapter en olietemperatuur sonde (optie)
11.1. TPM adapter
Pagina 27