Pomp
RD
782-030-NL
www.robotpompen-onderdelen.nl
HSC
09-W13
T +31(0)294-457712
Onderhoudsinstructie
5.
EERST POMPSTART
Voor het installeren en in gebruik nemen van de pomp
dienen de volgende punten gecontroleerd te worden.
5.1
Controle levering
Haal de pomp uit de verpakking en controleer hem op
eventuele transportschade, zoals breuken of scheuren
in het huis of knikken in de kabel.
Controleer of de levering compleet is.
Indien u constateert dat de levering beschadigd en/
of incompleet is, dan verzoeken wij onmiddelijk con-
tact op te nemen met de leverancier.
5.2
Olie peil
Controleer het oliepeil volgens de instructies van de
betreffende pomp (zie par 7.5).
5.3
Elektrisch systeem
Controleer of netspanning, frequentie en startwijze
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
Sluit de pomp aan volgens het aansluitschema van de
schakelapparatuur. Voor aansluitcoderingen pompkabels
zie bijlage 2 en 3.
5.4
Thermoschakelaars
Controleer de pomp op de aanwezigheid van thermo-
schakelaars (optioneel voor RD20 en RD40, standaard
bij de RD60 serie).
De aansluitwaarden voor thermoschakelaars zijn
max. 250V-1.6A.
In 'koude' toestand is het contact gesloten.
5.5
Kabelinvoer
Controleer van de pompen die langdurig in het magazijn
hebben gelegen de kabelinvoer(en).
Draai de tule(n) indien nodig vast (zie par.7.4.).
5.6
Motor beveiliging
Het is noodzakelijk dat de pomp op het net wordt
aangesloten door middel van een motorbeveiligings-
schakelaar.
Bij directe start (DOL) moet de instelling tenminste
overeenkomen met het ampèrage van de motor bij vollast,
dat op het typeplaatje is vermeld.
Het verdient aanbeveling de beveiligingsschakelaar
10% lager te stellen dan deze waarde.
Bij ster driehoek start (YD) moet de instelling van
de beveilingsschakelaar overeenkomst met
0.6 x ampèrage van de motor bij vollast volgens het
typeplaatje.
info@pompdirect.nl
Installatie &
Editie 4
7/28