Geavanceerde instellingen configureren
ì
Klik op UPnP.
Opmerking:
Bij ingeschakelde UPnP-functie kunnen systeemtoepassingen
toewijzen en gebruiken. Dit is een veiligheidsrisico.
ì
Klik op OK om de instellingen op te slaan.
DNS-server
DNS is een decentrale dienst die PC-namen of internetadressen (Domeinnaam) en IP-
adressen aan elkaar toewijst. Een DNS-server beheert deze informatie voor elke server
of elk LAN met een internetverbinding.
Normaal gesproken stelt uw internetprovider u een
toewijzing overneemt zodra een verbinding met het internet geconfigureerd is. Desge-
wenst kunt u de DNS-server zo definiëren dat hij handmatig voor de internetverbindin-
gen wordt gebruikt.
ì
Kies in het menu Geavanceerde instellingen – Internet – Internet-verbinding de
optie DNS-servers.
Alle instellingen gelden voor de weergegeven verbindingsdienst die u op pagina
Geavanceerde instellingen – Internet (pagina 55) heeft geselecteerd om te
bewerken. Als u slechts één verbindingdienst heeft gedefinieerd, wordt deze mel-
ding niet weergegeven.
ì
Activeer de functie Gebruik aangepaste DNS-servers door te klikken op de optie
Aan.
ì
Voer de IP-adressen voor de voorkeurs-DNS-servers in (Voorkeurs-DNS-server en
Alternatieve DNS-server).
ì
Klik op OK om de instellingen op te slaan.
60
Poorten
DNS-server
ter beschikking die deze
op een PC