30
Basisbediening
Selecteert u Auto, dan past het
systeem automatisch het display aan.
Aanraakscherm kalibreren
Selecteer Aanraakscherm kalibreren
om naar het betreffende submenu te
gaan.
Volg de aanwijzingen op het scherm
en druk op de aangegeven punten.
Het aanraakscherm wordt gekali‐
breerd.
Display uitschakelen
Selecteer Scherm uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Raak het aanraakscherm aan of druk
op een toets op het bedieningspaneel
om het display weer te activeren.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Terugkeren naar fabrieksinst..
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Instellingen voertuig
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Herstellen. De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de volgende gegevens te wissen:
● gekoppelde Bluetooth-apparaten
● opgeslagen telefoonboeken
● contactenlijst voertuig
● bestemmingslijsten
● favorieten
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Wissen. De gegevens zijn
gewist.
Radio-instellingen herstellen
Selecteer Instellingen radio
herstellen om de volgende gegevens
te herstellen:
● geluidsinstellingen
● volume-instellingen
● spraakinstellingen
● toepassingenbalk
● contactbronnen
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Herstellen. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer Soft‐
wareinformatie.