Hoekaanslag
1. De lange bout met schroefdraad in het middel-
ste gat in de geleidingssleuf draaien en hem
vastzetten.
2. De korte bout in de schroefdraad van de gelei-
dingssleuf draaien en hem vastzetten (zie teke-
ning).
3. Het hoekprofiel op de schroefbout plaatsen (de
korte schroefbout moet daarbij door het lang-
werpige gat).
4. De afstandshuls samen met het ringetje over de
lange schroefbout plaatsen en er vervolgens de
klemhendel opzetten.
5. De grote ring (onderlegger) over de korte
schroefbout plaatsen en er vervolgens de klem-
hendel opzetten.
6. Twee blokschroeven in de uitsparing van het
aanslagprofiel schuiven en het gedeelte, dat
voorzien is van schroefdraad, door de langwer-
pige gaten steken.
7. Een ring (onderlegger) over beide schroeven
plaatsen en er vervolgens de gekartelde moe-
ren op vastzetten.
8. De blokschroeven in de bovenste uitsparing van
het aanslagprofiel schuiven en vervolgens de
aanslagruiter vastzetten (zie tekening).
9. De beschermkappen op het aanslagprofiel
monteren zoals op de tekening te is aangege-
ven.
PKF 255 V8
45
Werkstukklem
De werkstukklem wordt in de vormsleuf van de
afkantslede geschoven.
1. Steek een lenzenkopschroef van onderen door
het middelste gat van de werkstukklem heen.
2. Plaats er aan de bovenkant een ringetje over-
heen en draai er eveneens van boven de vleu-
gelmoer op.
3. De kop van de lenzenkopschroef in de vorm-
sleuf van de afkantslede schuiven en de werk-
stukklem met de klemhendel bokkeren.
Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrocutiegevaar
De zaagmachine mag uitsluitend gebruikt
worden in droge ruimtes. De zaagmachine
mag uitsluitend aangesloten worden op een
stopcontact dat aan de hierna volgende voor-
waarden voldoet (zie ook "Technische gege-
vens"):
− de stroomkring dient vakkundig beveiligd
te worden met een differentieelschakelaar
die aanslaat bij een lekstroom van 30 mA,
− het (de) stopcontact(en) moeten een goed-
gekeurde aarding hebben,
− driefasige
draaistroom) moeten eveneens uitgerust
zijn met en aangesloten worden op een
neutrale ader.
Het snoer moet zo geplaatst worden dat het
werken niet bemoeilijkt wordt en vooral zodat
het niet beschadigd kan worden.
Het snoer moet beschermd worden tegen
hitte en agressieve scheikundige (vloei)stof-
fen. Men moet voorkomen dat het snoer door
scherpe voorwerpen beschadigd kan wor-
den.
Er mag uitsluitend gebruik gemaakt worden
van een rubberen snoer met voldoende sec-
tie.
Trek de stekker niet aan het snoer uit het
stopcontact.
stopcontacten
(voor
1.9