Voorgeprogrammeerde geheugenplaatsen:
Voorgeprogrammeerde geheugenplaatsen zijn beschikbaar via de knoppen PP t/m T en PL. Deze
zeven geheugenplaatsen hebben een fabrieksinstelling (preset) passend bij het zachte
pianissimo tot het sterke tutti en het klassieke plenum.
Oproepen van een voorgeprogrammeerde geheugenplaats:
Druk een voorgeprogrammeerde geheugenplaats (PP t/m T of PL) in. De actieve registers lichten
op.
Setzergeheugen:
Met behulp van het setzergeheugen kan met één knop een registratie actief gemaakt worden.
Het setzergeheugen bestaat uit 75 niveaus. Deze niveaus zijn op de display te zien (Mem:...). Elk
niveau heeft acht geheugenplaatsen (knoppen 1 t/m 8). De in totaal 600
setzergeheugenplaatsen zijn leeg bij aanvang en zelf te programmeren.
Programmeren van een setzergeheugenplaats:
Let op: de huidige instelling van de setzergeheugenplaats gaat verloren.
- Selecteer de gewenste registers.
- Kies met de - en + knoppen voor een niveau (1-75) op de display.
- Druk de SET-knop in. Houd de knop vast.
- Druk de gewenste geheugenplaats (1-8) in.
- Laat de SET-knop los.
Oproepen van een setzergeheugenplaats:
- Kies met de – en + knoppen voor een niveau (1-75) op de display.
- Druk de gewenste geheugenplaats (1-8) in. De actieve registers lichten op.
Wijzigen Akoestiek:
- Gebruik de knoppen ROM, SYM, BAR of HIS om de intonatiestijl te activeren waarvan u de
akoestiek wilt wijzigen.
- Druk op de MENU-knop.
- Selecteer met de - en + knoppen de functie Reverb Settings op de display.
- Druk op de ENTER-knop.
- Selecteer met de - en + knoppen de gewenste Reverb functie die u wilt wijzigen. U hebt de
keuze uit Reverb Program, Reverb Length en Reverb 3D Surround.
- Bevestig uw keuze met de ENTER-knop.
- Op de bovenste regel van de display verschijnt de geactiveerde intonatiestijl.
- Op de onderste regel van de display verschijnt de instelling van de gekozen Reverb functie.
- Gebruik de - en + knoppen om deze instelling te wijzigen.
- Druk op de ENTER-knop om uw wijziging te bevestigen en terug te keren naar de Reverb
functie keuze.
- Druk twee maal op de MENU-knop om het menu te verlaten.
Externe aansluitingen:
De externe aansluitingen bevinden zich links onder de speeltafel.
MIDI IN: Een ingang bestemd voor het ontvangen van MIDI-codes van andere apparaten.
MIDI MOD: Een programmeerbare MIDI-uitgang om bijvoorbeeld een sound module of
expander aan te sluiten.
MIDI SEQ: Een niet-programmeerbare MIDI-uitgang om bijvoorbeeld een sequencer of PC (met
bijvoorbeeld het optionele Johannus Intonat programma) aan te sluiten.
AUX IN: Een stereo audio ingang bestemd om het geluid van een extern apparaat via de
versterkers van het orgel te laten klinken. Zo kan bijvoorbeeld een expander, die via de MIDI
MOD. op het orgel is aangesloten, via de luidsprekers van het orgel worden weergegeven.
AUX OUT: Een stereo audio uitgang bestemd voor het aansluiten van een extern apparaat (b.v.
versterker of opname apparaat).
Hoofdtelefoonaansluiting:
De hoofdtelefoonaansluiting bevindt zich links naast de manualen.
Deze aansluiting voor (stereo) hoofdtelefoons is geschikt voor een hoofdtelefoon met een
impedantie van 30 Ω of hoger (zie specificaties hoofdtelefoon).
Volumeregelaars:
Orgel: Met de volumeregelaar ORGEL kan het totale volume van het orgel ingesteld worden.
Akoestiek: Met de volumeregelaar AKOESTIEK kan het volume van het akoestiek effect ingesteld
worden.
Zwelpedaal: Met het zwelpedaal kan het volume van het Zwelwerk beïnvloed worden. Bediening
van het zwelpedaal geeft naast een volumewijziging ook een klankkleur wijziging. Hiermee wordt
het effect van een zwelkast van het pijporgel gesimuleerd.
Voor verdere informatie zie CD Handleiding.
© 2011 Johannus Orgelbouw b.v.
Versie 1.1