Aansluitingen
Voeding
230 V a.c.
Sensoren
S3 en S4 zijn temperatuursensoren
Een instelling bepaald of S3, S4 of beiden worden gebruikt.
S5 is een ontdooisensor en wordt gebruikt als de ontdooiing op
temperatuur moet worden gestopt.
Digitale aan/uit signalen
Een kortgesloten ingang activeert een functie. De mogelijke func-
ties worden beschreven bij o02 en o37.
Externe display
Aansluiting voor display type EKA 163 of EKA 164A. Zie ook de
volgende pagina.
Relais
Het algemene gebruik wordt hier beschreven. Zie ook
pagina 6 en 7 waar de verschillende toepassingen worden
beschreven.
DO1: Koeling. Het relais zal inschakelen als de regelaar koelvraag
heeft
DO2: Ontdooiing. Het relais zal inschakelen tijdens een ontdooiing
DO3: Ventilatoren
Het relais schakelt als de ventilatoren moeten draaien
DO4: Voor alarm, randverwarming of licht
Alarm: Zie diagram. Het relais is geschakeld tijdens
maal bedrijf en schakelt uit tijdens alarmsituaties of wan-
neer de regelaar spanningsloos is.
Randverwarming: Het relais schakelt de randverwarming
moet werken
Licht: Het relais schakelt wanneer het licht aan moet
22
Datacommunicatie
nor-
Handleiding RS8EE310 © Danfoss 03-2012
EKC 302D
Datacommunicatie
EKC 202D: MODBUS of LON RS485 via insteekkaarten.
EKC 302D: Vaste MODBUS of LON RS485/MODBUS via insteek-
kaart. Zie ook de volgende pagina.
Als datacommunicatie gebruikt wordt, is het van belang dat beka-
beling hiervan juist wordt uitgevoerd.
Zie document RC8AC
Elektrisch 'lawaai'
Kabels voor sensoren, DI ingangen en datacommunicatie moeten
apart gehouden worden van andere elektrische kabels;
- Gebruik aparte kabelgoten (afscheiding)
- Houdt een afstand van tenminste 10 cm
- Lange kabels voor DI ingangen moeten worden vermeden
LON RS485
EKC 202D / EKC 302D