Relais extern (alleen bij EKC 302D)
Hier is het mogelijk om de bouwen in relais geforceerd te laten aansluiten op de
nuldoorgang van de spanning.. De levensduur van de relais wordt hierdoor verlengd,
of de belasting kan hierdoor worden verhoogd.
De functie moet niet worden geactiveerd als er contactoren verbonden zijn met een
of meer van de relais van de regelaar. Dit zal leiden tot een verminderde levensduur
van de contactoren.
0: De belasting wordt rechtstreeks aangesloten op de relais van de regelaar (nuldoor-
gang geactiveerd)
Het relaiscontact en de voeding van de regelaar moeten dezelfde fase gebruiken.
1: Het relais van de regelaar moet een extern
buiten werking gesteld)
De LED op de display geeft aan wanneer er koelvraag is.
Ontdooien
De regelaar bevat een timerfunctie welke na iedere ontdooistart gereset wordt. De
timerfunctie zal een ontdooiing starten als/zodra de tijdinterval verstreken is.
De timerfunctie start zodra voeding wordt gezet op de regelaar, maar wordt de eerste
keer verschoven met de instelling in d05.
Bij spanningsval zal de waarde van de timer worden opgeslagen en op dat punt
verder gaan zodra de spanning op de regelaar terugkomt. Deze timerfunctie kan ge-
bruikt worden als een eenvoudige manier om een ontdooiing te starten, maar zal ook
altijd als back-up werken als een erop volgende ontdooistarts niet wordt ontvangen.
De regelaar bevat ook een real time klok. Als deze klok en de vereiste ontdooitijden
worden ingesteld, kan de ontdooiing op vaste tijden worden uitgevoerd. Als een
risico bestaat dat de spanning meer dan vier uur wegvalt, moet een batterij back-up
module worden geplaatst. (alleen mogelijk bij EKC 202D).
De ontdooiing kan ook worden gestart via de datacommunicatie, een digitale ingang
of handbediening. Alle startmethoden functioneren in de regelaar. De verschillende
functies moeten zo worden ingesteld zodat ontdooiingen niet vlak achter elkaar kun-
nen komen.
De ontdooiing kan op de volgende manieren worden uitgevoerd: elektrisch, heetgas
of brine.
De ontdooiing kan worden gestopt op basis van tijd of op basis van temperatuur.
Ontdooimethode
Hier wordt ingesteld hoe de ontdooiing moet worden uitgevoerd: elektrisch, heetgas,
brine of 'geen' .
Tijdens een ontdooiing zal het ontdooirelais geschakeld zijn.
( *) koel rele actieve tijdens ontdooiing)
Ontdooistoptemperatuur
Als een ontdooisensor is gemonteerd zal het ontdooien worden gestopt bij de
ingestelde temperatuur. De ontdooisensor wordt gedefinieerd in parameter d10.
Hier wordt de temperatuur ingesteld.
Interval tussen ontdooistarts
Na iedere ontdooiing wordt de timer gestart en zal zodra deze tijd is verstreken een
ontdooiing starten.
Deze functie wordt gebruikt als een eenvoudige ontdooistart, maar kan ook worden
gebruikt als beveiliging voor het geval een ander ontdooisignaal niet ontvangen
wordt.
Als een ontdooistart via de datacommunicatie niet wordt ontvangen, wordt deze
tijdsinterval gebruikt als maximale tijd tussen ontdooiingen. Wanneer de ontdooiing
wordt uitgevoerd met de klokfunctie of datacommunicatie, moet de tijdsinterval op
een langere periode worden ingesteld dan de geplande ontdooiing, anders zal op
deze tijdsinterval een ontdooiing worden gestart die even later wordt gevolgd door
een geplande ontdooiing.
Bij spanningsval zal de tijdsinterval gehandhaafd blijven en verder tellen zodra de
spanning op de regelaar terug komt.
De tijdsinterval is niet actief wanneer deze op 0 wordt ingesteld.
Maximum ontdooitijd
Deze instelling dient als beveiliging voor het geval dat de ingestelde ontdooi-
temperatuur niet wordt bereikt.
Bij selectie ontdooistop op tijd dan is dit de tijdsduur van het ontdooien.
Tijdverschuiving van ontdooistarts gedurende de opstartfase
Deze functie is alleen van belang als ontdooistarts van de diverse koelobjecten niet
gelijktijdig mogen plaatsvinden en bovendien gekozen is voor ontdooiing middels
de interne intervalfunctie (d03).
Met deze functie wordt de tijdsinterval, met het ingestelde aantal minuten vertraagd.
10
aanspreken (nuldoorgang
contactor
Handleiding RS8EE310 © Danfoss 03-2012
c70
Ext. Relay
Comp Relay
Uitlezing koelrelais, of handbediening
van dit relais.
Defrost control
d01
Def. method
0 = geen
1 = Elektrisch
2 = Gas *)
3 = Brine *)
d02
Def. Stop Temp
d03
Def Interval
(0=off )
d04
Max Def. time
d05
Time Stagg.
EKC 202D / EKC 302D