Afdruiptijd
Hier kan de afdruiptijd worden ingesteld. In deze tijd druipt het water na een ont-
dooiing van de verdamper.
Ventilatorstartvertraging na ontdooien
Instelling van de tijdvertraging voor het starten van de ventilator(en) na ontdooistop
en na afdruiptijd. (Tijdens deze vertraging zal het water aan de verdamper vastvrie-
zen)
Ventilator starttemperatuur
De ventilatoren kunnen ook op de, hier in te stellen, temperatuur (S5) inschakelen.
Als de ingestelde temperatuur niet wordt bereikt binnen de tijd van d07 zal op tijd
worden geschakeld.
Ventilator(en) ingeschakeld tijdens ontdooien
Keuze ventilator(en) AAN of UIT gedurende ontdooien.
0: Uit (ventilatoren draaien tijdens 'pump down')
1: Aan (uit gedurende 'Ventilatorvertraging')
2: Aan gedurende 'pump down' en ontdooiing. Daarna uit.
Ontdooisensor
Keuze ontdooisensor S4 of S5.
0: Geen ontdooisensor. Ontdooistop gebaseerd op tijd.
1: S5
2: S4
Pumpdownvertraging
Stel de tijd in waarin de verdamper wordt 'afgepompt' voor de ontdooiing.
Ontdooien – op basis van koeltijd
Stel hier de maximale toegestane koeltijd zonder ontdooiing in. Zodra deze tijd
wordt overschreden, zal een ontdooiing worden gestart.
Met een instelling van 0 is deze functie niet actief.
Ontdooien – op basis van S5 temperatuur
De regelaar zal de effectiviteit van de verdamper volgen en zal, via interne berekenin-
gen en metingen van de S5 temperatuur, een ontdooiing starten als de variatie van
de S5 temperatuur te groot wordt.
Stel hier in hoe groot het 'verval' van de S5 temperatuur mag zijn. Zodra deze waarde
wordt overschreden, zal een ontdooiing worden gestart.
De functie kan alleen worden gebruikt bij 1:1 systemen waar de verdampingstem-
peratuur lager wordt om te garanderen dat de luchttemperatuur stabiel blijft. In
centrale systemen moet deze functie uit staan.
Met een instelling van 20 is deze functie niet actief.
Druk op de onderste toets om de ontdooiing temperatuur in de display uit te lezen.
Houdt de onderste toets vier seconden ingedrukt om een extra ontdooiing uit te
voeren.
Op deze manier kan ook een actieve ontdooiing worden gestopt.
De LED op de display geeft wanneer een ontdooiing actief is.
Ventilatorregeling
Ventilator stop bij thermostaatuitschakeling
Selecteer hier of de ventilatoren moeten stoppen bij uitgeschakelde thermostaat.
Vertraagde ventilator stop bij thermostaatuitschakeling
Als gekozen is voor ventilator stop bij thermostaatuitschakeling kan hier worden
ingesteld hoe lang de ventilatoren nog moeten doordraaien.
Ventilator stop op temperatuur
Deze functie stopt de ventilatoren als de hier ingestelde temperatuur aan de ont-
dooisensor wordt bereikt. (Om extra opwarming van bijvoorbeeld een vriescel te
voorkomen).
Herstart vindt plaats bij 2K onder de instelling.
Deze functie is niet actief gedurende het ontdooiproces of opstart na ontdooien.
Bij instelling op +50°C is de functie inactief.
De LED op de display geeft wanneer een ontdooiing actief is.
Real Time Klok
EKC 202D / EKC 302D
Handleiding RS8EE310 © Danfoss 03-2012
d06
DripOff time
d07
FanStartDel
d08
FanStartTemp
d09
FanDuringDef
d10
DefStopSens.
d16
Pump dwn del.
d18
MaxTherRunT
d19
CutoutS5Dif.
Defrost temp.
Def Start
Start handontdooiing
Defrost Relay
Lees hier de status van het ontdooi-
relais of bedien het relais handmatig.
Hold After Def
Toont ON als de regelaar in werking is
met gecoördineerde ontdooistart.
Defrost State
Ontdooistatus
1 = pump down / ontdooiing
Fan control
F01
Fan stop CO
(Yes = Ventilator stopt)
F02
Fan del. CO
F04
FanStopTemp.
Fan Relay
Status van het ventilatorrelais of be-
dien het relais handmatig
11