Opmerking: Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer
tegelijkertijd gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de
draadloze communicatie lager worden.
• Windows 7:
1. Druk op F8 en volg de instructies op het scherm om de Bluetooth-functie in te schakelen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen.
3. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparatuur.
4. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
• Windows 8 en Windows 8.1:
1. Ga naar het bureaublad en klik vervolgens met de rechtermuisknop op de gegevens die u wilt sturen.
2. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparatuur.
3. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg het Windows- en Bluetooth-helpinformatiesysteem voor meer informatie.
De NFC-verbinding gebruiken
NFC (near field communication) is een draadloze communicatietechnologie met kort bereik en hoge
frequentie. Afhankelijk van het model is uw computer mogelijk van de NFC-functie voorzien. Door gebruik te
maken van de NFC-functie kunt u de radiocommunicatie tussen de computer en een ander NFC-apparaat
(niet meer dan een paar centimeter) tot stand brengen.
De NFC-functie is standaard ingeschakeld. Ga als volgt te werk om de NFC-functie in te schakelen, als de
NFC-functie niet is ingeschakeld:
• Windows 7:
1. Start het programma ThinkPad Setup. Zie "Het programma ThinkPad Setup gebruiken" op pagina
111.
2. Selecteer Security ➙ I/O Port Access.
3. Stel de optie NFC device in op Enabled.
• Windows 8 en Windows 8.1:
1. Plaats de aanwijzer op de rechterboven- of rechterbenedenhoek van het scherm om de charms
weer te geven.
2. Doe het volgende:
– Windows 8: klik op Instellingen ➙ PC-instellingen wijzigen ➙ Draadloos.
– Windows 8.1: klik op Instellingen ➙ PC-instellingen wijzigen ➙ Netwerk ➙ Radiografische
apparaten.
3. Schuif de NFC-schakelaar naar rechts om de NFC-functie in te schakelen.
Als u de NFC-functie nog steeds niet kunt schakelen, controleert u als volgt de instelling NFC device in
het programma ThinkPad Setup:
1. Start het programma ThinkPad Setup. Zie "Het programma ThinkPad Setup gebruiken" op pagina
111.
2. Selecteer Security ➙ I/O Port Access.
3. Stel de optie NFC device in op Enabled.
U kunt de NFC-functie gebruiken met door NFC ondersteunde programma's, zoals de programma's Lenovo
QuickCast en Lenovo QuickControl.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
39