3
Herhaal deze procedure als u de kabel loshaalt van de klem en vervolgens weer wilt aan-
sluiten.
AC-aansluiting
van inverter of
testapparaat
BELANGRIJK! De PE-randaarde van de AC-kabel moet zo worden gelegd dat deze in ge-
val van een storing van de trekontlasting als laatste wordt losgekoppeld.
Maak de PE-randaarde bijvoorbeeld langer en leg deze in kabelgoten.
Als de AC-kabels via de schacht van de DC-hoofdschakelaar of dwars over het aansluit-
blok van de DC-hoofdschakelaar worden omgeleid, kunnen deze bij het draaien van de in-
verter beschadigd raken of kan de inverter niet worden gedraaid.
BELANGRIJK! Leg de AC-kabels niet via de schacht van de DC-hoofdschakelaar en niet
dwars over het aansluitblok van de DC-hoofdschakelaar!
Sluit het uiteinde van de kabel direct aan op de klem
OPMERKING! Voor een correcte aarding moeten alle 3 PE-aardingsklemmen tij-
dens de installatie met het voorgeschreven aanhaalmoment worden vastge-
draaid.
OPMERKING! Tijdens het aansluiten van de AC-kabels op de AC-klemmen de
AC-kabels in kabelgoten leggen!
Let er bij het met metrische schroeven vastmaken van de AC-kabel op dat de lus-
sen buiten het aansluitbereik uitsteken. Onder bepaalde omstandigheden kan de
inverter dan niet meer worden gesloten.
OPMERKING!
-
Controleer of de neutrale kabel van het net geaard is. Bij IT-netwerken (ge-
ïsoleerde netwerken zonder aarding) is dit niet mogelijk en werkt de inverter
niet.
-
De neutrale draad moet worden aangesloten omdat anders de inverter niet
werkt.
Een neutrale draad met een te klein vermogen kan de voeding van de inver-
ter negatief beïnvloeden. De neutrale draad moet daarom dezelfde capaciteit
hebben als de andere stroomvoerende draden.
11