Aanwijzingen voor de wisselstroomaansluiting
Netbewaking
BELANGRIJK! Voor een optimale werking van de netbewaking moet de weerstand in de
toevoerleidingen naar de aansluitklemmen aan de AC-zijde zo gering mogelijk zijn.
AC-aansluitklem-
men
In geval van AC-kabels met een kabeldoorsnede van 16 mm² kunnen er al naar gelang het
type adereindhuls en de druk geen of slechts beperkt adereindhulzen worden gebruikt.
Type wissel-
Op de wisselstroomklemmen van de inverter kunnen de volgende wisselstroomkabels
stroomkabel
worden aangesloten:
Cu / Al
Aansluiten van
De aansluitklemmen aan wisselstroomzijde zijn geschikt voor het aansluiten van enkel-
aluminium kabels
draads ronde aluminium kabels. Vanwege de niet-geleidende oxidelaag van aluminium
moet u bij het aansluiten van aluminium kabels rekening houden met de volgende punten:
-
-
Aansluitvoorwaarden:
1
BELANGRIJK! Gebruik geen borstel, vijl of schuurpapier; hierdoor blijven er aluminium
deeltjes achter die op andere kabels terecht kunnen komen.
2
10
min. 2,5 mm² - max. 16 mm²
min. 1,5 Nm - max. 1,8 Nm
Cu
-
-
max. Class 4
Gereduceerde meetstromen voor aluminium kabels
De hierna vermelde aansluitvoorwaarden
OPMERKING! Bij het interpreteren van kabeldoorsneden rekening houden met
de lokale bepalingen.
Schraap de oxidelaag zorgvuldig van het geïsoleerde uiteinde van de kabel, bijvoor-
beeld met een mes
Smeer na het verwijderen van de oxidelaag het uiteinde van de kabel in met neutraal
vet, bijvoorbeeld zuur- en alkalivrije vaseline
PE
L1
N
max. kabeldoorsnede per ader:
16 mm²
min. kabeldoorsnede per ader:
in overeenstemming met de afgezekerde
waarde aan AC-zijde, maar minstens 2,5
mm²
De AC-kabels kunnen zonder adereindhul-
zen op de AC-aansluitklemmen worden
aangesloten.
Koper of aluminium: enkeldraads rond
Koper: rond fijndradig tot draadklasse 4
Randaarde / aarding
Fasegeleider
Neutrale kabel