4
Bediening
4.1 Hoofdscherm
De meerderheid van de functionele instellingen en besturingen zijn toegankelijk via het NORAC
UC5 hoofdscherm. Er wordt een afbeelding van de sproeiboom met de hoogte van iedere
sproeiboomsectie weergegeven.
Om tussen automatische en handmatige modus te schakelen, moet u op de overeenkomstige
knop drukken. Als de sproeiboom groen is, bevindt het UC5 systeem zich in de automatische
modus. Als de sproeiboom grijs is, bevindt het UC5 systeem zich in de handmatige modus.
Wanneer
de
kraangiek
waarschuwingsbericht verschijnen dat een toestemming vereist om de Automatische modus toe
te staan.
Als het UC5 hoogtebesturingssysteem in automatische modus staat, verschijnen er pijlen op het
bovenstaande scherm of onder de sproeiboomsecties. Deze pijlen duiden aan dat het UC5
systeem een correctie in de weergegeven richting aan een deel van de sproeiboom uitvoert.
Vaak is de correctie erg klein en is er geen zichtbare verandering van de sproeiboompositie.
Dreun Hoogte &
Dreun Staat
De weergegeven hoogte op de sproeiboom is gemeten vanaf de sproeikoppen tot aan de aarde
(aardemodus) of tot aan het bladerdek van het gewas (gewasmodus). Indien er zich vijf
hoogtesensoren op de sproeier bevinden, is de weergegeven hoogte het gemiddelde van iedere
boomsectie.
7
zich
boven
de
Figuur 2: NORAC UC5 hoofdscherm
normale
werkhoogte
bevindt,
zal
een
Auto Knopen
Instellingen
Knoop
Handmatige
Knopen