3. Plaats de kap op het chassis zodat de geleiderails aan de onderkant van de kap in de rails vallen. Duw
de kap vervolgens naar de voorkant van de computer, totdat hij op zijn plaats vastklikt.
Figuur 34. De kap van de computer aanbrengen
4. Zet de kap van de computer vast met de twee schroeven.
5. Als er een slot beschikbaar is, doe de kap daar dan mee op slot. Zie 'De computer vergrendelen' op
pagina 25.
6. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer op de bijbehorende aansluitingen op de computer aan.
Zie 'Hardwarelocaties' op pagina 1.
7. Werk uw configuratie bij. Zie 'Werken met het programma Setup Utility' op pagina 29.
8. Als een zojuist geïnstalleerd hardwarecomponent niet goed werkt, werkt u het stuurprogramma bij. Zie
'De computer up-to-date houden' op pagina 22.
.
Hoofdstuk 7
Hardware installeren en vervangen
65