• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat
aan op de computer.
2. Zet de computer aan of start opnieuw op. Voordat Windows opstart, drukt u herhaaldelijk op de toets
F12 totdat het venster Startup Device Menu wordt weergegeven.
Opmerking: Bij sommige toetsenborden moet u mogelijk op Fn+F12 drukken om het venster Startup
Device Menu te omzeilen.
3. Selecteer het gewenste opslagapparaat en druk op Enter. De computer start nu op vanaf het apparaat
dat u hebt geselecteerd.
Als u een permanent opstartapparaat wilt selecteren, selecteert u Enter Setup in Startup Device Menu en
druk op Enter om het programma Setup Utility te openen. Meer informatie over het selecteren van een
permanent opstartapparaat vindt u in 'De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen' op pagina 32.
Setup Utility afsluiten
Ga als volgt te werk om het programma Setup Utility af te sluiten:
• Als u de nieuwe instellingen wilt opslaan, drukt u op de F10-toets. Selecteer vervolgens Yes in het
weergegeven venster en druk op Enter.
Opmerking: Bij sommige toetsenborden moet u mogelijk op Fn+F10 drukken om het programma Setup
Utility af te sluiten.
• Als u de nieuwe instellingen niet wilt opslaan, selecteert u Exit ➙ Discard Changes and Exit en drukt u
op Enter. Selecteer vervolgens Yes in het weergegeven venster en druk op Enter.
Het BIOS bijwerken
Als u een nieuw programma, hardwareapparaat of stuurprogramma installeert, krijgt u mogelijk te horen
dat u het BIOS moet bijwerken. U kunt het BIOS vanaf uw besturingssysteem of een flashupdate-schijf
(alleen op sommige modellen ondersteund) bijwerken.
Ga als volgt te werk om het BIOS bij te werken:
1. Ga naar http://www.lenovo.com/drivers.
2. Download het stuurprogramma van de BIOS-flashupdate voor de besturingssysteemversie of de
ISO-imageversie (gebruikt voor het maken van een flashupdate-schijf). Download vervolgens de
installatie-instructies voor het gedownloade stuurprogramma van de BIOS-flashupdate.
3. Druk de gedownloade installatie-instructies af en volg de instructies voor het bijwerken van het BIOS.
Opmerking: Als u het BIOS vanaf een flashupdate-schijf wilt bijwerken, is het mogelijk dat de
installatie-instructies geen informatie over het opnemen van de updateschijf bevat. Zie 'Een schijf gebruiken'
op pagina 14.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde configuratie
33