De scherpstelling aanpassen
2
Selecteer een optie.
Pictogram Beschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp
op meer dan 80 cm afstand (meer dan 350 cm bij
gebruik van de zoomfunctie).
Macro: Handmatig scherpstellen op een onderwerp
dat zich 5-80 cm van de camera bevindt
(180-350 cm bij gebruik van de zoomfunctie).
Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp
op meer dan 5 cm afstand (meer dan 180 cm bij
gebruik van de zoomfunctie).
Handm. scherpstellen: scherpstellen op een
onderwerp door de scherpstelafstand handmatig
aan te passen. (pag. 53)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
De scherpstelafstand handmatig aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [c].
2
Scroll naar Handm. scherpstellen.
3
Draai de [Zoomknop] naar rechts.
4
Druk op [F/t] om de scherpstelafstand aan te passen.
Focus : Handm. scherpstellen
Terug
5
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
•
Als u de scherpstelafstand handmatig aanpast en het onderwerp zich
buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
•
Als u deze functie gebruikt, kunt u de opties voor het scherpstelgebied
en gezichtsdetectie niet instellen.
53
Opnameopties
OK
Instellen
p A h M d