5.6
hysterese onderspanning
HYSTERESIS LOW
13.0v
Nadat het alarm is geactiveerd door een te lage
accuspanning, zal het alarm niet uitgeschakeld
worden totdat de accuspanning boven de
hysterese onderspanninggrens (Hysteresis low)
komt. De waarde is in te stellen tussen 7.0v en
28.0v. Echter dient deze waarde hoger te liggen
dan het "low voltage set point".
5.7
Overspanninggrens
HI VOLT.SETP.
15.0V
De "high voltage set point" variabele geeft de
overspanninggrens aan. Wanneer deze grens
overschreden wordt zal de alarmmelding HI
VOLT ALARM verschijnen.
5.8
Hysterese overspanning
HYSTERESIS HI
15.0v
Nadat het alarm is geactiveerd door een te
hoge
accuspanning
uitgeschakeld worden zodra de accuspanning
beneden
de
hysterese
(Hysteresis low) komt. De waarde is in te stellen
tussen 7.0v en 28.0v. Echter dient deze waarde
lager te liggen dan het "high voltage set point".
14
zal
het
alarm
niet
overspanninggrens
5.9
Alarm vertragingstijd
ALARM DELAY
30sec
De "alarm delay time" (alarm vertragingstijd)
kan worden ingesteld om het alarm vertraagd te
activeren. Dit om te voorkomen dat een vals
alarm wordt geactiveerd door een tijdelijke
spanningsdip tijdens het inschakelen van een
grote belasting. De waarde is standaard
ingesteld op 30 seconden en is in te stellen
tussen 1 en 250 seconden.
5.10 Minimale alarmtijd
MIN.RUN TIME
8min.
De "minimum run time" (minimale alarm tijd) is
de minimale tijd dat het alarm actief blijft.
Voorbeeld: indien de accuspanning beneden de
instelling van het "low voltage set point" komt
maar direct weer opgeladen wordt en al snel
boven de ingestelde waarde komt zal het alarm
toch
voor
8
minuten
geactiveerd blijven. Deze tijd kan worden
gewijzigd in het "Programmeer" menu, zie 6.6.
Oktober 2004 / DCV-1 Monitor Panel / NL
(fabrieksinstelling)