5.1
Naam accu set
SET ID NAME
POWERBANK
Verander de "set id name" (naam) van de
accuset door uit de onderstaande selectie te
kiezen d.m.v. Set en de keuze te bevestigen
met Select.
POWER BANK
DCV BANK
OTHER BANK
STARTER BANK
SERVICE BANK
5.2
Nummer accuset
SET ID NUMBER
1
Selecteer een nummer uit de lijst (0...9) door op
Set te drukken. Dit nummer is alleen een
indicatie voor de gebruiker en heeft geen effect
op een van de andere parameters.
5.3
Instelling nominale spanning
SET NOM. VOLT.
12v
Stel de "Set nom. volt" (nominale spanning;
0v→12v→24v) in door kort op Set te drukken.
Deze
waarde
is
accuspanning
die
fabrieksinstelling is 12v. Met de waarde 0v kan
de desbetreffende "SET-UP DC-x" worden
uitgeschakeld.
Oktober 2004 / DCV-1 Monitor Panel / NL
SELECT
afhankelijk
van
de
gemeten
wordt.
De
5.4
Onderspanninggrens
LOW VOLT. SETP.
10.2v
Het
"low
voltage
(onderspanninggrens) geeft de grens aan
waarbij een te lage accuspanning het alarm
activeert nadat de vertragingstijd "alarm delay
time" is verstreken. De waarde is in te stellen
tussen 7.0v en 28.0v. Om deze functie te
activeren/deactiveren zie 5.14.
5.5
Waarschuwing onderspanning
PREWARNING LOW
10.6V
De "pre warning low voltage" (waarschuwing
voor een te lage accuspanning) geeft de grens
aan waarbij een te lage accuspanning een
waarschuwing laat zien voordat het alarm wordt
geactiveerd nadat de vertragingstijd "alarm
delay time" is verstreken. De waarde is in te
stellen tussen 7.0v en 28.0v. Echter dient deze
waarde hoger te liggen dan het "low voltage set
point".
set
point"
13