NurseCall Main Unit
¬ Relaisuitgang
4.
5.
4.3.8
Begeleidmodus
AANWIJZING!
De begeleidmodus is niet beschikbaar als de lokalisatiemodus op OFF is gezet.
Zie Paragraaf 4.2.3 Wijze van lokaliseren, Pagina 24.
1.
¬ Instelling nr 05
BEGELEIDFUNCTIE
2.
¬ BEGELEIDFUNCTIE?
3.
¬ BEGELEIDFUNCTIE
REEKS:
4.
5.
4.3.9
Contr. Radio Stor.
1.
¬ Instelling nr 06
Contr. Radio Stor. ¡
2.
¬ Contr. Radio Stor.
3.
TeleAlarm
Funct.HULP&ASSIST ¡
Selecteer het activeren van het relais op basis van alarmmeldingen. Kies uit:
- Functie HULP & ASSIST
- Functie ASSISTENTIE
- Functie BRAND
Bevestig met
.
Selecteer instelling nr. 05.
Druk op
.
-> JA
Activeer (JA) of deactiveer (NEE) de begeleidmodus. De standaardinstelling is NEE.
231 - 254 ¡
Als u JA selecteert, moet u de reeks van de deuren die worden geactiveerd in de
begeleidmodus bepalen. Het eerste nummer is de ondergrens, gebruik
om te kiezen van 231 tot 250. Het tweede nummer (254) is de bovengrens en
kan niet worden gewijzigd.
Bevestig met
.
Selecteer instelling nr. 06.
Druk op
.
-> JA
Selecteer JA of NEE. De standaardinstelling is JA.
Gebruikershandleiding
¡
¡
¡
Programmering | nl
33
en
F.01U.262.688 | V1.3 | 2015.09