6 Bediening
Parameter
Inschakelvertraging
Schakeldifferentieel
Vermogensbegrenzing
Parameter
Schakeldifferentieel
Vermogensbegrenzing
83330107 1/2023-09 Ch
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp Splitblock® WSB 12 ... 18 (binnenunit)
6.7.5.6 Verwarmen
Warmte-
pomp
Verwarmen
Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven.
Instelling
De parameter wordt alleen weergegeven als in de inbedrijfstellingsassistent de
bedrijfsmodus WP + 2. WEZ + E... is geconfigureerd.
Tijd tussen het inschakelen van de tweede elektrische warmtegenerator en
elektrische verwarming van de warmtepomp.
Uit (fabrieksinstelling):
Geen inschakelvertraging. De elektrische verwarming van de warmtepomp wordt
gelijk met de tweede elektrische warmtegenerator geactiveerd.
0,5 ... 360 min:
Na de ingestelde tijd schakelt de elektrische verwarming van de warmtepomp de
tweede elektrische warmtegenerator bij.
1 ... 30 K (fabrieksinstelling 3 K):
Schakelhysterese voor de warmtepomp in stookbedrijf.
De vertrektemperatuur moet minstens met de ingestelde
Schakeldifferentie onder de gewenste vertrektemperatuur liggen om de
warmtepomp te starten.
Als de functie Schakeldiff. dynamisch actief is, wordt het verschil tussen
vertrek en terugloop bij het uitschakelen van de warmtepomp geregistreerd en bij
het Schakeldifferentieel bijgeteld [hfst. 6.7.5.2].
10 ... 100 % (fabrieksinstelling 100 %):
Met de ingestelde Vermogensbegrenzing kan de bovengrens van het
vermogen van de warmtepomp in stookbedrijf vastgelegd worden.
6.7.5.7 Koelen
Warmte-
pomp
Koelen
Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven.
Instelling
-30 ... 1 K (fabrieksinstelling -3 K):
Schakelhysterese voor de warmtepomp tijdens koelbedrijf.
De actuele vertrektemperatuur moet minstens met de schakeldifferentie
onder de gewenste vertrektemperatuur liggen, om de warmtepomp te starten.
50 ... 100 % (fabrieksinstelling 100 %):
Bovenste grens voor het vermogen van de warmtepomp tijdens koelbedrijf.
74-132