Parameter
Vorstbeveiliging
Ruimte-uitschakeling
Vorstbeveiliging
SG Ready verhoging
Constante temperatuur
Verlagingsmodus
Ruimtefactor
Gebouw
83330107 1/2023-09 Ch
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp Splitblock® WSB 12 ... 18 (binnenunit)
Instelling
Uit:
Vorstbeveiliging niet actief.
-20 ... +21,5°C (fabrieksinstelling 3°C):
Als de actuele buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde waarde, is de
vorstbeveiliging van de installatie actief.
De parameter wordt alleen weergegeven, als een ruimte-eenheid aanwezig is en
onder voorwaarde de optie ruimtegestuurd of weersafhankelijk
ingesteld is.
De ruimte-uitschakeling onderbreekt de vraag van de stookkring aan de
warmtepomp.
Uit (fabrieksinstelling):
Ruimte-uitschakeling niet actief.
0.1K ... 5.0K:
Als de actuele Ruimtetemperatuur de ingestelde Gewenste
ruimtetemp. overschrijdt, wordt er geen stookkringvraag aan de warmtepomp
doorgegeven.
Legt het temperatuurniveau voor de installatievorstbeveiliging vast. De effectieve
temperatuur voor het niveau wordt in het menu Gewenste ruimtetemp. van
de stookkring vastgelegd [hfst. 6.7.3.4].
De parameter wordt alleen weergegeven als een ingang overeenkomstig
geconfigureerd is.De parameter wordt alleen weergegeven als een ingang
overeenkomstig geconfigureerd is.
Uit (fabrieksinstelling):
SG Ready verhoging niet actief.
Aan:
Verhoging van de gewenste temperatuur van de stookkring bij:
Smart-Grid-functie in bedrijfsmodus 3 [hfst. 6.7.7.2]
Functie Verhoogde werking op ingang SGR2
De parameter verschijnt enkel als er onder Vraag de optie Constant
ingesteld is.
7 ... 65 °C (fabrieksinstelling 35 °C):
Vaste vertrektemperatuur voor verwarmingsmodus.
Temperatuurniveau voor de verlaagde fase in het stookprogramma [hfst. 6.7.3.4].
Vorst
Verlaging (fabrieksinstelling)
De parameter verschijnt enkel als er een ruimtetoestel aanwezig is en onder
Vraag de optie Weersafhankelijk ingesteld is.
Uit:
De ruimtetemperatuur heeft geen invloed op de gewenste vertrektemperatuur.
5 ... 500% (fabrieksinstelling 100 %):
De ruimtefactor legt vast, hoe groot de invloed van de
ruimtetemperatuur op de gewenste vertrektemperatuur van de
stookkring is. Hoe hoger de ingestelde waarde, des te meer invloed heeft de
ruimtetemperatuur op de gewenste vertrektemperatuur.
Bij weersafhankelijke regeling beïnvloedt de gemengde buitentemperatuur de
gewenste vertrektemperatuur. De invloed is afhankelijk van de gebouwconstructie.
Hoe beter (zwaarder) de gebouwconstructie, hoe trager de invloed.
Uit
Licht
Gemiddeld (fabrieksinstelling)
Zwaar
59-132
6 Bediening