10 Foutopsporing
De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Systeemtemperatuur te laag /
27
Lucht in het verwarmingssysteem /
Temperatuur op de vertrekvoeler LWT (B4) < 7 °C /
Ontdooiing werd stopgezet, omdat de temperatuur
in de interne warmtewisselaar < 7 °C
Compressor kan niet worden gestart
28
Koelmiddelvoeler binnen (B8) of warmtewisselaar-
29
druksensor ICT (B12) defect
Compressor oververhit /
30
Warmtewisselaar-druksensor binnen (B12) tempe-
ratuur > 60 °C /
Koelmiddelvoeler binnen (B8) duidt
ongeloofwaardige waarden aan.
Koelmiddelvoeler binnen (B8) duidt
31
ongeloofwaardige waarden of toepassingsgrenzen
aan
De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Debiet te laag
40
(na 3 waarschuwingen wordt de installatie
vergrendeld)
Verschil LWT/terugloop negatief /
41
Vier-weg-ventiel schakelt na de ontdooiing niet
terug
(na 3 waarschuwingen wordt de installatie
vergrendeld)
Druk op de warmtewisselaar-druksensor
42
binnen (B12) te hoog
Buitenunit zonder spanningstoevoer /
47
Blokkering van het energievoorzieningsbedrijf /
Bus-onderbreking
83306907 1/2018-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Hydraulische eenheid WWP LS 8 ... 16-B
Hydraulische eenheid
90-108
Oplossing
Bivalentietemperatuur verhogen.
Koelcircuit controleren (te weinig koelmiddel).
Spanningsvoorziening van de
verwarmingselementen van de elektrische
verwarming verzekeren.
Ervoor zorgen dat er minstens 60 liter water
water in de stookkringen onafsluitbaar ter
beschikking staat.
Druksensor warmtewisselaar (B12)
controleren.
Buitenunit 5 minuten buiten spanning
plaatsen.
Als de fout ondanks het heropstarten blijft
optreden:
Controlebox in de buitenunit vervangen.
Weerstand wikkelingen van de compressor
controleren.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Plausibiliteit van de temperatuurwaarden
controleren.
Waterkringloop ontluchten.
Waterkringloop op verontreiniging controleren.
Koelcircuit controleren.
Controleren of de verhouding tussen B8 en
B12-temperatuur geloofwaardig is
(onderkoeling).
Plausibiliteit van de temperatuurwaarden
controleren.
Oplossing
Afsluitinrichting controleren.
Thermostaatventielen stookkring controleren.
Debietwachter controleren, evt. vervangen.
Minimumdebiet in acht nemen [hfst. 3.4.5].
Debiet aanpassen.
Pompvermogen reduceren.
Vier-weg-ventiel controleren.
Evt. functie deactiveren.
Vulhoeveelheid koelmiddel controleren.
Servomotor van het expansieventiel
controleren, evt. vervangen.
Warmtewisselaar-druksensor ICT (B12)
controleren, evt. sensor vervangen.
Spanningstoevoer controleren.
Wachten op vrijgave van het
energievoorzieningsbedrijf.
Bus-spanning controleren, zie
waarschuwing 17.