6 Bediening
Parameter
Uitschakeltijd
Buitenvoelertoewijzing Legt de relevante buitenvoeler voor de regeling vast.
Rustmodus
Vermogensbegrenzing BT Buitentemperatuur vanaf dewelke het vermogen van de buitenunit tot 80 %
Verschilbewaking
Schakeldiff. dynamisch Aan:
83306907 1/2018-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Hydraulische eenheid WWP LS 8 ... 16-B
6.7.5.2 Instellingen
Warmte-
pomp
Instellingen
Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven.
Instelling
Gedwongen pauze voor de buitenunit na het uitschakelen, de compressor treedt
ten vroegste na de ingestellde tijd terug in werking.
Buitentemperatuur:
Buitenvoeler B1 (toebehoren) [hfst. 5.5.1.1].
Luchtaanzuigtemp.:
Luchtaanzuigvoeler (OAT) in de buitenunit.
De rustmodus reduceert de geluidsemissies van de buitenunit voor een bepaalde
periode.
Uit:
Rustmodus gedeactiveerd
75 ... 45%:
Maximaal vermogen van de buitenunit tijdens het rustprogramma [hfst. 6.7.5.10].
beperkt wordt.
Uit:
Verschilbewaking gedeactiveerd.
Aan:
Bewaakt het verschil tussen vertrek en terugloop van de hydraulische eenheid na
het ontdooien van de buitenunit.
Voor de ontdooiing keert een vier-weg-ventiel dat in de buitenunit ingebouwd is de
koelkring om. Daardoor wordt de warmtewisselaar in de buitenunit met verhit
koelmiddel doorstroomd. Na de ontdooiing schakelt het ventiel terug naar de
normale bedrijfspositie. De verschilbewaking controleert de ventielpositie na de
ontdooiing.
Als de warmtepomp stopt, slaat de systeemmodule het verschil tussen vertrek en
terugloop op.
Als de actuele vertrektemperatuur met het Schakeldiff. dynamisch lager
ligt dan de gewenste vertrektemperatuur, start de warmtepomp.
Het Schakeldiff. dynamisch is de som van:
het opgeslagen verschil,
in het menu Verwarming ingesteld Schakeldifferentieel
[hfst. 6.7.5.6].
Uit:
Verschil tussen vertrek en terugloop wordt niet geregistreerd, als
inschakelcriterium dient enkel het ingestelde Schakeldifferentieel
[hfst. 6.7.5.6].
62-108