7 Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Parameter
Vermogen verwarming
80% [1.5 m3/h]
Terug > 3sec drukken
WAARSCHUWING
83306907 1/2018-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Hydraulische eenheid WWP LS 8 ... 16-B
11. Vermogen circulatiepomp instellen
Vermogen van de circulatiepomp instellen [hfst. 6.7.5.5].
Vermogen koeling verschijnt bij de eerste inbedrijfstelling niet, daarvoor
moet de koelmodus eerst vrijgegeven worden [hfst. 6.7.3.9]
Het pompvermogen kan na de inbedrijfstelling nog veranderd worden.
Inbedrijfstelling
Parameter
Vermogen koeling
80% [1.5 m3/h]
Terug > 3sec drukken
Als de inbedrijfstelling met gewijzigde inschakelmodus van de pomp herhaald
wordt, verschijnt er in plaats van het pompvermogen de vraag naar het debiet
[hfst. 6.7.5.5].
12. Verwarmingswaterdebiet controleren
Verwarmingswaterdebiet controleren.
Evt. overstroomventiel met debietsensor op nominaal debiet min instellen
[hfst. 3.4.5].
13. Afsluitende werkzaamheden
Schade aan de compressor door te lage verwarmingswater-
teruglooptemperatuur
Bij te lage teruglooptemperatuur in continu bedrijf (bijv. gebouwdroging) is de
ontdooiing niet gegarandeerd. Dit kan leiden tot de beschadiging van de
compressor en de koelcircuit.
Bij continubedrijf moet een teruglooptemperatuur van minstens 18°C in alle
open stokkringen gegarandeerd worden [hfst. 6.7.1.2].
Serviceafdekking monteren.
Evt. indien bijkomend koelmiddel toegevoegd werd, koelmiddelsticker invullen en
aan de binnenkant van de afdekkap van de bedieningseenheid aanbrengen, zie
montage- en bedieningsrichtlijnen buitenunit.
Frontpaneel monteren en klemhaak met schroef beveiligen.
Gebruiker over de bediening van de installatie informeren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en erop wijzen
deze steeds bij de installatie te bewaren.
Gebruiker wijzen op het jaarlijkse onderhoud van de installatie.
Doorgevoerde werken in het interventierapport en op de inspectiekaart
documenteren.
78-108
Inbedrijfstelling
Parameter
Vermogen warm water
80% [1.5 m3/h]
Terug > 3sec drukken