SKY ECO F
Fig. 6 - Maximumtemperatuur
2 INSTALLATIEHANDLEIDING
2.1 Algemene informatie
De
verwarmingsketel
uitsluitend
technische installateur geplaatst
worden, met inachtneming van alle
instructies van deze handleiding, de
'UNE 26'-norm en de plaatselijke
regelgeving inzake installatie en
uitstoot.
2.2 Locatie
Het verbrandingscircuit is afgesloten van de
installatieomgeving, waardoor de eenheid in eender
welk vertrek geïnstalleerd kan worden. Niettemin
moet de plaats van installatie voldoende verlucht
worden om gevaarlijke situaties bij een eventueel
gaslek te voorkomen.
Europese
Richtlijn
veiligheidsnorm op voor alle op gas werkende
toestellen, ook voor gesloten toestellen.
De eenheid kan tevens werken op een gedeeltelijk
afgeschermde plek in overeenstemming met norm
EN 297 pr A6.
De eenheid dient in elk geval geïnstalleerd te
worden op een locatie die gevrijwaard is van stof,
brandbare voorwerpen of materialen, of corrosieve
gassen. De eenheid kan tegen een wand geplaatst
worden.
Bij een eventuele wandmontage moeten de
afmetingen vermeld bij punt 4.1 in acht genomen
worden. Verder dient de wandmontage stevig en
stabiel te zijn.
Als de eenheid in een kast geplaatst wordt
of zijdelings tegen andere elementen,
moet
er
voldoende
worden, opdat de behuizing van de ketel
verwijderd zou kunnen worden en de
gebruikelijke
verricht kunnen worden.
mag
door
een
erkende
90/396/EEG
legt
ruimte
voorzien
onderhoudsactiviteiten
cod. 3541S170-NL-VDHT-01/6/2019
A
Fig. 7 - Minimale afstanden
A
B
C
deze
2.3 Het verwarmingstoestel assembleren
Alvorens u het toestel assembleert,
moet u nagaan of de water- en
gasaansluitingen naar behoren
beveiligd, geïdentificeerd en
gepositioneerd werden. Zie de
afmetingen en aansluitingen bij punt
4.1.
-
1
Open de verpakking en u zult een sjabloon
aantreffen voor de assemblage van de eenheid
in de verpakking. Hang deze sjabloon op de
juiste hoogte tegen de muur (respecteer daarbij
de afstanden die bij het vorige punt beschreven
werden) en zorg ervoor dat de sjabloon zelf zo
horizontaal mogelijk hangt (met behulp van een
waterpas).
2 - Markeer de plaatsen waar u de gaten voor de
bevestigingsschroeven dient te boren.
3 - Neem vervolgens een Ø8 mm boorkop om deze gaten
effectief te boren en steek daarna
de bijbehorende uitzetpluggen in de gaten.
4 - Bevestig tot slot de elementen waarop u de eenheid
zult monteren.
A
B
Langs beide kanten
> 2 cm
-
> 50 cm
Vooraan
> 2 cm
N L
L
5