Tabel 2-2. OSD-functies
OSD-pictogram in
hoofdmenu
Brightness (Helderheid)
(Dynamisch contrast)
Monitor Controls
(Monitorbesturingen)
Quick settings
(Snelle instellingen)
(USB-oplaadfunctie)
Port Settings
(Poortinstellingen)
(Super USB-C laden)
Submenu
Past de algehele helderheid van het
scherm aan.
Opmerking: Als de helderheid
voortdurend toeneemt, overschrijdt het
de vooraf ingestelde waarde voor
maximale helderheid en verhoogt dit het
energieverbruik.
Past het verschil tussen lichte en donkere
Contrast
gebieden aan.
Dynamic Contrast
• Off (Uit)
• On (Aan)
• Off (Uit) (14m)
Over Drive
• Normal (Normaal) (6ms)
• Extreme (Extreem) (4ms)
• sRGB
• Neutral (Neutraal)
• Warm
• Cool (Koel)
Custom (Aangepast)
• Red (Rood): Verhoogt of verlaagt de
Color Mode
verzadiging van "rood" in de
(Kleurmodus)
afbeelding.
• Green (Groen): Verhoogt of verlaagt
de verzadiging van "groen" in het
beeld.
• Blue (Blauw): Verhoogt of verlaagt de
verzadiging van "blauw" in het beeld.
Right key
(Rechtertoets)
• Brightness (Helderheid)
Up key
• Contrast
(Toets Omhoog)
• Color Mode (Kleurmodus)
• language (taal)
Down key
(Toets Omlaag)
• Auto
Input Signal
• USB-C
(Ingangssignaal)
• DisplayPort
• HDMI
• On (Aan)
USB Charging
• Off (Uit)
• Upstream USB-C charging alwanys on
(Upstream USB-C opladen altijd aan)
Super USB-C
• On (Aan)
Charging
• Off (Uit)
• On (Aan)
Smart Power
• Off (Uit)
DP Select
• DP 1.4
(DP selectie)
• DP 1.2
Omschrijving
Hoofdstuk 2. Uw monitor afstellen en gebruiken 2-5
Bedieningen en
afstellingen
Alle
ingangspoorten
Alle
ingangspoorten
Alle
ingangspoorten