3.3 Brandalarm
3.3.1 Algemeen
Lees de volgende punten grondig door. De gebruiker moet bekend zijn met de
alarmcentrale en de ledindicators om doeltreffend op een alarmsituatiete kunnen
reageren.
Als er brand wordt gedetecteerd op een alarmlus, dan geeft de alarmcentrale onmiddellijk
een brandmelding op de volgende indicators en uitgangen:
•
•
•
•
Na een brandalarm van verschillende zones, brandt de indicator voor "Meerdere
alarmen". Wanneer de overeenkomstige knop wordt ingedrukt, gaat alleen de led voor de
zone die het eerst de brand detecteerde gedurende 5 seconden branden, waarna alle
zones weer gaan branden.
3.3.2 Zoemer / alarmapparaat stoppen
Door "Zoemer stilzetten" in te drukken wordt, ongeacht het niveau, de zoemer in de
alarmcentrale uitgezet.
Het alarmapparaat wordt gestopt door "Sirenes stilzetten" in te drukken zodra de
alarmcentrale zich in toegangsniveau 2 bevindt. Door het nogmaals in te drukken worden
de alarmapparaten wederom geactiveerd.
Geen alarmunits resetten voordat iedereen is gewaarschuwd!
3.3.3 Alarmen resetten
Het resetten van een brandalarm is alleen mogelijk wanneer de alarmcentrale is ingesteld
op toegangsniveau 2 en de zoemer is gereset.
Druk op "Resetten" zodat de alarmcentrale de alarmlussen reset en alle brandmeldingen
stopt. Een nieuwe branddetectie op een alarmlus na resetten leidt tot een nieuwe
brandmelding, net als de eerste keer dat een brand werd ontdekt.
Zorg ervoor dat de detectiezone voor rook wordt gecontroleerd voordat de
alarmcentrale wordt gereset. Sommige beginnende branden (smeulende branden)
kunnen van zichzelf uitgaan waarna ze weer gaan branden.
UMA 700 087 R1A – ES 801 CPD Handleiding
Gemeenschappelijke rode brandled knippert.
Rode led van de brandzone brandt voor alle zones die zich bevinden in de
brandvoorwaarde.
Alarmapparaat is geactiveerd (sirenes, bellen, knipperlichten).
Branduitgang wordt geactiveerd.
© Elotec AS
8