1. RUSTIG BLIJVEN
In een alarmsituatie activeert de brandalarmcentrale de sirenes. Het is zeer belangrijk dat u rustig blijft om
de juiste beslissingen te nemen en de juiste procedures te volgen.
2. ZET HET INTERNE SIGNAAL STIL
Druk op de knop Zoemer stilzetten om de interne zoemer uit te zetten. Door de zoemer uit te zetten kan
het gemakkelijker worden om de situatie te beoordelen bij een mogelijke brand. De reden voor het alarm
is nog niet vastgesteld.
3. DE OORZAAK IDENTIFICEREN
De ledindicators op de alarmcentrale helpen u de oorzaak van de gebeurtenis te identificeren die het
alarm heeft doen afgaan (bijv. brand, storing etc.).
4. HANDELINGEN
Als een brandalarm is bevestigd dient u de volgende procedures voor noodsituaties te volgen die zijn
gedefinieerd voor het terrein. Het wordt aanbevolen om vooraf een bepaalde verzamelplaats bij het
ontruiming van het gebouw te hebben.
Bepaal de plaats van de brand en begin indien nodig met blussen.
5. HET SYSTEEM RESETTEN
Reset het systeem zodra alle gebeurtenissen zijn opgehelderd.
UMA 700 087 R1A – ES 801 CPD Handleiding
5
INSTRUCTIES VOOR HET BRANDALARM
© Elotec AS
13