Diverse instrumentvoices bespelen
DSP-effecten toevoegen
DSP (Digital Signal Processor) biedt effecten die het
geluid verbeteren. DSP-effecten worden alleen
toegepast op een specifiek doel, zoals hieronder
wordt beschreven.
Partijen waarop de DSP-effecten worden toegepast
Als 'KEYBOARD' wordt geselecteerd als doel voor DSP
doel: KEYBOARD
• Mainvoice
• Dualvoice
• Track 1 van een gebruikerssong
doel: BACKING
• Stijl
• Patroon
• Track A van een gebruikerssong
Als 'BACKING' wordt geselecteerd als doel voor DSP
doel: KEYBOARD
• Mainvoice
• Dualvoice
• Track 1 van een gebruikerssong
doel: BACKING
• Stijl
• Patroon
• Track A van een gebruikerssong
• Deze parameter wordt ingesteld in stap 5.
1
Druk op de knop [DSP] om DSP in te
schakelen.
Hoewel u door DSP in te schakelen een DSP-
type selecteert dat geschikt is voor de huidige
paneelinstelling, kunt u ook een ander DSP-type
selecteren, zoals in de volgende stappen wordt
beschreven.
2
Houd de knop [DSP] langer dan een
seconde ingedrukt om 'DSP Type'
(functie 040) op te roepen.
Na enkele seconden wordt het huidige DSP-type
weergegeven.
Langer dan een
seconde ingedrukt
houden.
24
PSR-E463/PSR-EW410 Gebruikershandleiding
DSP
Uitgang
• ON/OFF
• Type
Uitgang
Uitgang
DSP
Uitgang
• ON/OFF
• type
Wordt weerge-
geven als DSP is
ingeschakeld.
DSP Type
040
RotarySp
040
01
Huidige DSP-type
3
Selecteer een DSP-type met de
draaiknop.
Voor informatie over de beschikbare DSP-typen
raadpleegt u de effecttypelijst in de Datalijst.
4
Druk op de knop [KNOB ASSIGN] om c
te selecteren.
5
Druk op de knop [TARGET] en selecteer
het doel.
Als KEYBOARD is geselecteerd, heeft de DSP
invloed op de mainvoice, dualvoice of track 1 van
een gebruikerssong. Als BACKING is
geselecteerd, heeft de DSP invloed op de stijl,
Groove Creator of track A van een
gebruikerssong.
GrandPno
001
6
Druk nogmaals op de knop [DSP] om
DSP uit te zetten.
Beperkingen bij het opnemen van een song
• DSP-effecten kunnen alleen worden opgenomen
op track 1 en A.
• Het DSP-type en het doel kunnen tijdens de
opname niet worden gewijzigd.
• Als tijdens het opnemen naar een bestaande
gebruikerssong het doel waarop de DSP-effecten
worden toegepast, afwijkt van de opnametracks,
worden aan DSP gerelateerde
instellingsgegevens (DSP-doel, type, parameter
A/B) niet opgenomen of overschreven.
• De DSP-effecten worden mogelijk niet zoals
verwacht toegepast als een gebruikerssong
wordt afgespeeld. Dit komt doordat de DSP-
effecten worden beïnvloed door de gegevens die
naar de gebruikerssong zijn opgenomen.
Huidige doel