Bediening
Let op
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme
omgeving condensvorming op de printplaat van het
apparaat kan ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet
te voorkomen is, vervalst de meting. Het display toont
in dit geval geen of verkeerde meetwaarden. Wacht
enkele minuten, tot het apparaat zich heeft ingesteld
op de gewijzigde omstandigheden, voordat u een
meting uitvoert.
Batterij plaatsen
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
1. De schroef bij het batterijvak (8) verwijderen.
2. Verwijder de afdekking van het batterijvak.
3. Plaats de batterijen met polen op de goede plaats in het
batterijvak.
4. Plaats de afdekking weer op het batterijvak.
5. Bevestig de afdekking van het batterijvak met de schroef.
6
Temperatuurmeting met infrarood-sensor
Info
Stoom en rook kunnen de meting beïnvloeden.
Info
Zorg dat het te meten oppervlak vrij is van stof, vuil, ijs
en dergelijke substanties.
Info
Voor het bereiken van nauwkeurige meetresultaten bij
sterk reflecterende oppervlakken, deze voorzien van
matte tape of matzwarte verf met een zo hoog
mogelijke en bekende emissiegraad.
Info
Houd rekening met de verhouding 4:1 voor de afstand
t.o.v. meetvlekdiameter. Hoe groter de afstand tot het
object, des te groter is de meetvlekdiameter en des te
onnauwkeuriger het meetresultaat.
1. Het apparaat inschakelen door het indrukken van de
toets Scan (4).
ð Het display wordt ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het te meten object en houd de
toets Scan (4) ingedrukt.
ð De actuele meetwaarde wordt op de
meetwaardeweergave (13) weergegeven.
ð De indicatie IR-meting (9) knippert.
ð De indicatie IR-temperatuur (10) verschijnt op het
display.
8
voedselthermometer BP2F
IR TEMP
°C
NL