Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Belangrijkste Aanwijzingen Voor Het Gebruik - Behringer X V-AMP Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

X V-AMP
2.1 Belangrijkste aanwijzingen
voor het gebruik
Hier geven we in het kort een overzicht van de meest
elementaire en belangrijkste bedieningselementen van de
X V-AMP.
Toets
,
,
,
toetsen kun je direct effecten instellen en bedrijfsmodi selecteren.
FX/AMPS-regeling
: Aan de rechter kant selecteer je de
versterker-simulaties in de Preset. De desbetreffende LED licht
op. Aan de linker kant worden de effecten geselecteerd. Bij het
selecteren van effectblokken via de toetsen
licht de LED van het betreffende effect op.
TAP LED
: Het knipperen van de LED is de tempo- of
ritmeweergave van een Delay- of modulatie-effect (zie ook
Hoofdstuk 6 "EFFECTPROCESSOR").
Door het indrukken en vasthouden van TAP wordt 2
geactiveerd. Zodoende worden het tweede niveau van de
FX/AMPS-regeling
(grijs) en ADJUST
Voetpedalen UP
en DOWN
selecteren van de Preset die in het DISPLAY
weergegeven en voor het activeren van de BYPASS/
TUNER-functie (zie ook Hoofdstuk 7 "TUNER").
DISPLAY-LED's: PEDAL ASSIGN laat zien aan wat voor
soort functie het pedaal is toegewezen. CONFIGURATION
geeft permanent de geselecteerde bedrijfsmodus weer.
ADJUST. Met de ADJUST-regeling worden de meest
uiteenlopende instellingen verzorgd. Meer hierover vind je
in de beschrijvingen van de verschillende bedienings-
elementen en in Hoofdstuk 6 "EFFECTPROCESSOR".
GAIN. Met deze regeling bepaal je de uitsturing van de
versterkersimulatie, dus de mate van vervorming, in al die
gevallen, dat geen van de toetsen
knippert.
VOLUME. Als je de TAP-toets
met de ADJUST-regeling het volume van de Preset instellen.
STORE. Met de STORE-toets worden de Presets van de
X V-AMP opgeslagen. Wanneer de STORE-toets oplicht, is
het Preset veranderd, maar nog niet opgeslagen. Door lang
op de toets te drukken (>2 sec.) wordt de Preset
opgeslagen. Als de STORE-LED uitgaat, is de in het display
weergegeven, opgeslagen Preset actief.
Na een korte druk op de STORE-toets (STORE-toets
knippert), kan er met de UP/DOWN-toetsen een
andere geheugenplaats worden gekozen. Door nog
eens kort op STORE te drukken wordt de opslag-
procedure onderbroken. Sluit de opslagprocedure
af door lang (>sec.) op STORE te drukken.
Een fabrieks-Preset kan door het indrukken en
ingedrukt houden van TAP + STORE (>2 sec.) worden
hersteld. Alle fabrieks-Presets worden terug-
geplaatst, wanneer je TAP + STORE (>2 sec.)
ingedrukt houdt terwijl je het apparaat aanzet.
NOISE G. De NOISE GATE is actief en kan bewerkt worden,
als de toets-LED oplicht. De inschakeldrempel (Threshold)
kan dan via ADJUST worden geregeld. Als je de ADJUST-
draaiknop helemaal naar links draait, dan gaat de NOISE
GATE uit en dooft de LED.
De teruglooptijd (Release) wordt door het indrukken en
ingedrukt houden van de TAP-toets en gelijktijdig afregelen
met ADJUST ingesteld.
De werking van de NOISE GATE wordt in paragraaf 6.1.3
nader toegelicht.
CONFIGURE. Door gelijktijdig de toetsen NOISE G.
COMPR.
in te drukken kom je in het Configuration-
menu. Met de toetsen COMPR. of NOISE G. schakel je tussen
4
en
: Door middel van deze
,
en
nd
FUNCTION
toegankelijk.
: Deze dienen voor het
wordt
,
,
,
of
ingedrukt houdt, kun je
en
2. BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITINGEN
de twee bedrijfsmodi om en kun je een globale instelling
van de X V-AMP maken, die makkelijk aan verschillende
studio- en live-situaties kan worden aangepast. Een tabel
met alle bedrijfsmodi en nadere uitleg vind je in Hoofdstuk
3 "BEDRIJFSMODI (CONFIGURATIONS)".
Door nog eens tegelijk op COMPR. en NOISE G. te
drukken verlaat je de CONFIG.-modus.
COMPRESSOR. Als je op deze toets drukt, kom je in het
compressor-menu. Met de ADJUST-regeling wordt de
compressiegraad (Ratio) ingesteld, TAP + ADJUST regelt
de aanspreektijd (Attack). Als je de ADJUST-draaiknop
helemaal naar links draait, dan gaat de compressor uit en
dooft de LED.
De werking van de compressor wordt in paragraaf 6.1.3
nader toegelicht.
BASS EQ. Door gelijktijdig COMPR.
te drukken (beide LED's knipperen) kun je het aandeel lage
tonen in de Preset regelen. Met ADJUST vergroot of verklein
je het aandeel lage tonen. Door op de TAP-toets te drukken
tijdens het afregelen met ADJUST, bepaal je of alleen de
laagste (knop helemaal naar links), of ook hogere
basgedeelten bewerkt worden.
MODULATION. Na een druk op deze toets (LED knippert)
kan met de FX/AMPS-regeling
effecten worden geselecteerd. Chorus, Flanger, Phaser,
Pitch Bend, Tremolo, Rotary, Auto Wah en P-Funk'n. De
effecten van het tweede niveau (grijs) krijg je door tijdens
het draaien op de TAP-toets te drukken; de 2
LED licht op. ADJUST regelt het effectaandeel in de Preset.
De snelheidsparameter wordt met TAP ingesteld. Door
opnieuw op MODUL.
te drukken of door het selecteren
van een andere parameter verlaat je deze instelling weer.
Een uitgebreide beschrijving van de modulatie-effecten vind
je in Hoofdstuk 6 "EFFECTPROCESSOR".
De modulatie-effecten Auto Wah, Pitch Bend en
P-Funk'n kunnen niet tegelijk met de Wah Wah
worden gebruikt. Wanneer een van deze twee
effecten wordt geselecteerd terwijl het pedaal aan
het Wah-effect was toegewezen, dan wordt dit
laatste gedeactiveerd (WAH LED in het display dooft).
Wanneer het Expression-pedaal aan het Wah Wah-
effect wordt toegewezen, dan gaan Auto Wah c.q.
Pitch Bend automatisch uit, zodat er geen modulatie-
effect meer actief is (alle modulatie-effect- en
ADJUST-LED's gaan uit).
PRESENCE. Door gelijktijdig op MODUL.
te drukken (beide LED's knipperen) activeer je de
PRESENCE-instelling. Uitgaande van de middelste stand van
de ADJUST-regeling (neutraal) kan het PRESENCE-gehalte
(hoge frequentie-aandelen) in de Preset vermeerderd of
verminderd worden. Door het indrukken van de TAP-toets
tijdens het afregelen met ADJUST wordt de spilfrequentie
van het filter ingesteld.
DELAY. Door op de toets te drukken kan de DELAY worden
ingesteld. Met een Delay bereik je een echo-achtige
vertraging van het ingangssignaal. Door middel van ADJUST
regel je het effectgehalte (Echo) en door het indrukken van
TAP bij het regelen met ADJUST wordt de nagalm
(Feedback) ingesteld. Het ritme waarin je op de TAP-toets
drukt, bepaalt de afstanden tussen de echo's.
PEDAL ASSIGN. Door tegelijk op DELAY
te drukken kun je een bepaalde functie aan het
EXPRESSION-PEDAAL toewijzen (het display toont de
letters "PA"). Tegelijk knippert een van de rechter LED's in
het display (Speed, Effect, Volume, Wah). Nu kun je een
van de volgende functies aan het pedaal toewijzen:
Speed: Om de Speed-parameter van een effect te
selecteren, druk je op de toets van de betreffende
en MODUL.
in
één van acht modulatie-
nd
FUNCTION-
en DELAY
en REVERB

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave