5. PLAATS HET KIND IN EEN STABIELE ZIJLIGGING
Als uw reanimatie succesvol is en de ademhaling en de bloedcirculatie
hersteld zijn, plaats het kind in de stabiele zijligging.
Houdt het kind op uw onderarm, met zijn gezicht naar u toe en met
het hoofd licht gebogen.
Op deze manier voorkomt u het best een eventuele verstikking door
ingeslikte tong of ingeslikt braaksel (afb. 9).
Let voortdurend op de symptomen van het kind, vooral of het ademt
en de tekenen van een constante bloedsomloop toont, let op de huids-
kleur – als het blauw of grijs begint te worden, kan dit een teken zijn
van terugkerende verstoorde ademhaling en bloedsomloop.
Zorg ervoor dat de lichaamstemperatuur van het kind voldoende blijft,
met name om onderkoeling te voorkomen.
Wanneer moet u de medische hulpdienst alarmnummer 112 bellen?
Wanneer er ter plaatse meer hulpverleners zijn - één belt de reddingsdienst direct nadat er geconstateerd
is dat er geen ademhaling meer is, de andere begint onmiddellijk aan de reanimatie.
Indien u alleen bent, begin aan de reanimatie volgens de voor kinderen geldende procedure, reanimeer
circa 1 minuut, bel daarna snel noodnummer 112. Heeft u geen telefoon bij de hand en moet u ergens naar
toe lopen om hulp te halen, dan is het aan te raden het kind mee te nemen.
BEËINDIGING VAN DE REANIMATIE:
Reanimeer totdat het kind tekenen van leven begint te tonen (spontane ademhaling, pols, beweging), of tot-
dat er een hulpdienst het van u overneemt.
Opmerking: Vanaf de geboorte tot 1 jaar praten wij over een pasgeborene/zuigeling. Vanaf 1 jaar tot aan pu-
berteit over een kind.
Gebruikte informatie:
- ERC-richtlijnen voor reanimatie 2010
10
MFV53617
NL
Afb. 9