Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.3.
Bediening via externe stuursignalen
Als wordt besloten de frequentieregelaar met externe insturing te bedienen
(bijvoorbeeld door een Gebouw Beheers Systeem of ander systeemregeling), dan
kan dat door parameters b-16, b-17 en b-18 op 'klemmenstrook' te zetten. De
regelaar wordt dan vrijgegeven door klemmen PS en ST-F met een maakcontact te
verbinden. De uitgangsfrequentie wordt bepaald door de insturing op de klemmen 1,
1-10, 4-20 en GND. Dit kan spanningsturing (klem GND en 1-10), stroomsturing
(klem GND en 4-20) of weerstandssturing (klemmen 1, 1-10 en GND) zijn (zie Figuur
2-2). Spanning- of stroomsturing dient te worden geprogrammeerd in parameter G-
02.
Bij spanningsturing komt 0-10V overeen met 0-50 Hz, bij stroomsturing komt 4-20mA
overeen met 0-50 Hz.
3.3.4.
Programmeerbare ingangen
De VF64 regelaar beschikt over een analoge ingang die programmeerbaar is en een
set digitale ingangen die programmeerbaar zijn. De analoge ingang dient om het
frequentiesetpoint of systeemsensor (feedback) aan te bieden. Dit is hiervoor
beschreven (paragraaf 3.3.3). Bij gebruik van een optieprint IO64 of ISO64 worden
respectievelijk 1 of 2 extra analoge ingangen verkregen t.b.v. bijv. systeemsetpoint
of setpointverschuiving.
De VF64 regelaar heeft zes digitale ingangsklemmen die met behulp van parameters
naar wens te programmeren zijn. Door deze mogelijkheid wordt de flexibiliteit van de
besturing aanzienlijk verhoogd. De programmeerbare ingangen zijn aangebracht op
de klemmen MI1 t/m MI6, klem PS is een voedingsklem (+15V). Bij gebruik van de
PLC kunnen ST-F, ST-R, JOG-F en JOG-R ook als ingang worden gebruikt.
De ingangen worden geactiveerd door een ingang via een maakcontact met de PS-
klem te verbinden (Figuur 2-2). De digitale ingangen kunnen ieder 27 programmeer-
bare functies hebben (Tabel 3-7). Deze functies worden vastgelegd in parameters c-
01 t/m c-06. Als twee ingangen gelijk zijn geprogrammeerd functioneren beide als
een logische OF-functie.
Deze bovenstaande gegevens gelden alleen als de PLC functie niet is geactiveerd.
Met de PLC geactiveerd (parameter b-14) kunnen de ingangen voor elk willekeurig
programmeerbaar doel worden gebruikt.
Via een computer of laptop kan dan een programma ingebracht worden, dit
programma bestuurd behalve de ingangen ook de uitgangen (zie 3.3.5). Deze
klemmen kunnen volledig als PLC ingang worden gebruikt.
24
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
