Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage En Ruimtelijke Opstelling M.b.t. Emc; Frequentieregelaar Motorverbinding; Verbindingen En Aarding - ELECTRODRIVE EDVF64 44 Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2.2.1.
Uit laboratorium metingen en experimenten is gebleken dat de ruimtelijke opstelling
een belangrijke invloed hebben ten aanzien van het EMC gedrag:
Frequentieregelaar en filter op een gemeenschappelijke, geaarde montageplaat
monteren (voorkeur gaat uit naar niet gelakte montageplaat).
Behuizingen van frequentieregelaar en filter dienen goed (elektrisch) contact
te maken met de aardrail (draad met samengestelde kern of litze).
Verbinding tussen frequentieregelaar en netfilter zo kort mogelijk maken.
In kabelgoten/schakelkasten een scheiding (voldoende afstand 30cm) maken
tussen vermogenskabels en stuurdraden, signaalbedrading moet afgeschermd
zijn.
Waar mogelijk de netkabel en motorkabel gescheiden houden, zeker als er geen
afgeschermde kabel wordt gebruikt.
De kabelverbinding tussen motor en frequentieregelaar is vaak de hoofdoorzaak van
storingen (stralingsemissie). Dit kan echter ondervangen worden door de volgende
maatregelen:
Frequentieregelaar-motor verbinding uitvoeren met afgeschermde kabel die
tweezijdig met aarde en motorhuis verbonden zijn.
Afscherming van de kabel zo dicht mogelijk bij de aansluitklemmen verwijderen.
De voorkeur gaat uit naar een 360 graden omvattende aardklem die de uiteinden
van de afscherming met de aarde en motorhuis verbinden.
Indien de motorkabel meer aders bevat dan nodig, dan dienen de niet gebruikte
aders tweezijdig met aarde en motorhuis te worden verbonden.
Korte verbindingen hebben ook hier de voorkeur (<30m). Indien dit niet
mogelijk is wordt (preventief) een extra uitgangsfilter (sinusfilter) geadviseerd.
Hiermee worden eventuele HF kabelresonanties voorkomen en de capacitieve
belasting van de regelaar beperkt.
Juiste aardverbindingen bepalen de hoogfrequente gevolgen(ongeveer vanaf 1MHz).
De afschermingen en veiligheidsaardingen (PE) dienen aangesloten te worden zoals
weergegeven in Figuur 2-3. Speciaal dient gelet te worden op de volgende punten:
Alle (aard)verbindingen dienen deugdelijk verbonden te worden, gebruik daarom
passende kabelschoenen en kabelklemmen.
De regel- en stuurstroombedrading van de frequentieregelaar dient afgeschermd
of getwist te zijn. Het scherm slechts aan de frequentieregelaarzijde aarden.
Stuurstroombedrading uit de buurt houden van vermogenskabels.
Verder adviseert Electro Drive B.V. het gebruik van een plaatstalen (schakel)kast
rondom de aandrijving, enerzijds ter bescherming van de frequentieregelaar tegen
externe invloeden (IP54) en anderzijds ter reductie van stralingsemissie naar andere
gevoelige apparatuur (met mogelijk een lage immuniteit!).

Montage en ruimtelijke opstelling m.b.t. EMC

2.2.2.

Frequentieregelaar motorverbinding

2.2.3.
12

Verbindingen en aarding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave