Inhoudsopgave
Advertenties
FNC
'aan' als Functie-mode is geselecteerd
DIR
'aan' als [START] en [JOG] worden geselecteerd
REV
'aan' als Reverse (REV) is geselecteerd
MRH
'aan' als MRH functie is geselecteerd
RUN
'aan' als regelaar in bedrijf, 'knipperen' bij DC remmen
JOG
'aan' bij Jog-mode, RUN gaat ook 'aan'
Tabel 3-1 Toestand van de LED-indicatoren
In de monitormodus kan de aandrijving alleen geobserveerd worden, er kunnen dus
geen parameters gewijzigd worden of bedieningsacties uitgevoerd worden. Na
opstarten is de monitormodus altijd actief. De monitormodus kan geactiveerd worden
door de [MONI OPR / FNC] toets in te drukken. Met behulp van de [SET] toets
kunnen de verschillende items (zie Tabel 3-2) achtereenvolgens geobserveerd
worden. De bijbehorende eenheden-LED naast het display licht op.
In de onderstaande tabel staan alle items die kunnen worden opgeroepen.
De eenheden %, m/min, °C en bit hebben geen indikatie-LED (alles uit).
DISPLAY
Fout
uitstuurfrequentie
FreF
gewenste waarde frequentie
iout
uitgangsstroom
tout
uitgangskoppel
Vdc
tussenkringspanning
Vout
uitstuurspanning / motorspanning
SPd
motor snelheid
oLcnt
overbelastbaarheid
L_SP
verschaalbare uitlezing snelheid
tEnp
motor temperatuur
i1cH
ingangcontrole 1
i2cH
ingangcontrole 2
o1cH
uitgangcontrole 1
o2cH
uitgangcontrole 2
VEr
programma versie
VErSq
sequence versie
VerSb
superblock versie
G_Adj
analoge gain instelling
SPdSP
nvt
trbLE
storingsgeschiedenis
Tabel 3-2 Items die kunnen worden uitgelezen in monitor mode
De in monitor modus geselecteerde grootheid blijft in het display staan, ook na
omschakelen in andere modi.
BETEKENIS
17
3.2. Monitormodus
EENHEID
Hz
Hz
A
%
V
V
r/min
%
°c
bit
bit
bit
bit
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
